Buiten blikkerde de Braassem uitnodigend in middaglicht. Binnen in het gulle clubhuis van wsv de Braassem was Beijing vooral het ijkpunt. Acht Ynglingzeilsters, blond, gebruind, tekenden afgelopen vrijdag een kernploegovereenkomst tot augustus 2006 met het Watersportverbond.
Het betekent dat de zeilsters kiezen voor fulltime zeilen. Het betreft Annelies Thies, Petronella de Jong, Janneke Hin, Klaartje Zuiderbaan, Floortje Hendriksen, Brechtje van der Werf, Marije Faber en Mandy Mulder.
De aanpak in de driepersoons Ynglingklasse is nieuw. “Een trendbreuk met het verleden,” aldus bondscoach Jaap Zielhuis, ” het is een andere organisatie. Kort gezegd leidt het tot meer uren en kwaliteit op het water.”
Na de evaluatie van de Spelen in Athene kwam dit nieuwe plan tot stand. Afgelopen winter werden in Medemblik onder leiding van Janneke Hin trainingen gevaren. (zie ook maandblad Zeilen nr. 2-2005, pagina 24). Zo’n vijftig zeilsters kwamen daar op af. Er bleven zestien over voor een buitenlandse trainingsstage en uit die ploeg werden negen zeilsters geselecteerd voor de kernploeg. Eentje haakte er alsnog af. En Klaartje Zuiderbaan heeft aangegeven na het Wereldkampioenschap 2005 voorrang te geven aan een maatschappelijke carriere.
In tegenstelling tot de vorige Ynglingcampagne hoeven de zeilsters niet voor eigen materiaal en sponsors te zorgen. Ze kunnen zich volledig richten op het zeilen. De bond stelt drie boten plus auto’s beschikbaar en zorgt voor verdere ondersteuning. De teams krijgen een vaste coach. In deze opzet is het mogelijk dat de teams wisselen en in de sterkste samenstelling op het water komen. Vergelijkbaar met een hockeyploeg, waar de beste spelers worden opgesteld.
De keuze voor de Yngling lag voor de hand. Jaap Zielhuis: “Het was de best presterende klasse in Athene (4de plaats voor team Thies) en Nederland eindigde als 6 en 7 op het WK in 2004 (team Hin/team Thies), dus we waren ook sterk in de breedte. Dat is naar het NOC*NSF toe een sterk argument. En juist in de Yngling is een benadering als teamsport goed mogelijk.
Volgens Topsportcoördinator Hessel Evertse is het belangrijk dat er getraind wordt met drie teams in drie boten. “Dat is niet alleen goed voor de bootsnelheid maar ook voor de tactiek. Met twee boten wordt het al gauw matchracen. Als je een derde tegenstander moet uitschakelen, moet je andere beslissingen nemen; een mentale training.” Bijkomend pluspunt is dat de Nederlandse zeilsters niet meer afhankelijk zijn van buitenlandse teams om te sparren.
Evertse noemde deze ondertekening ‘het begin van mooie dingen’
“Er kan op termijn bijvoorbeeld ook een Nederlandse vrouwenboot voor grote campagnes komen. Er is talent genoeg, dat blijkt ook wel uit die vijftig aanmeldingen voor de trainingen. We houden oog voor dat talent. Deze aanpak is het begin van een ontwikkeling die je bij meer klassen kunt toepassen. Je kunt denken aan een high performance cluster, waarin de surfplank, de 49er en de Tornado samenwerken. “
Geld is vooralsnog de grootste drempel. Het Ynglingproject kost 250.000 tot 300.000 euro per jaar en dat is voorlopig niet beschikbaar voor andere klassen.
Het Wereldkampioenschap 2005, van 15 tot 23 juli, is een eerste testcase voor de Nederlandse Ynglingzeilsters. Zij trainden al op het water in Oostenrijk, de Mondsee, om vervolgens neer te strijken op de Braassemermeer voor verdere training. “De omstandigheden, -vlak water, winddraaiingen- komen overeen,” verduidelijkte Jaap Zielhuis. In Oostenrijk komen twee Nederlandse kernploegteams in actie.
Last modified: 4 september 2007