“Niels, ik ..n ge.. ..s me.. ..ven!”
“Wat zeg je??”
“IK KAN GEEN GAS MEER GEVEN!!!”
“HOE KAN DAT??”
“We.. .. ..et, ik ..n alleen … …….air!”
“WAT?”
“IK KAN ALLEEN NOG STATIONAIR!!”
Niels en Rosan zijn in 2023 vertrokken voor een reis van vijf jaar met hun Sigma 38OOD zeilboot. De twintigers zijn, zoals ze dat zelf zeggen, met tussenpensioen. Voor Zeilen doen ze verslag van hun droomreis. Daarnaast houden ze een vlog bij op hun YouTube-kanaal.
Motorpech is onhandig, maar het moment waarop het nu gebeurt is toch wel bijzonder onhandig. Die bijzondere onhandigheid is het resultaat van een combinatie van omstandigheden. Ten eerste staan we op het punt om te gaan ankeren. Ten tweede ben ik niet aan boord maar lig ik in het water, enkele tientallen meters bij Rosan vandaan.
Ankeren gaat hier in de Tuamotus, de eilandengroep waar we een paar dagen geleden aan zijn gekomen, iets anders dan we tot nu toe gewend waren. Er is namelijk vrijwel nergens een groot genoeg stuk zand om je anker plus voldoende ankerketting in te leggen zonder daarbij met koraal in contact te komen. En omdat koraal zeer fragiel, zeer belangrijk en zeer langzaam groeiend is, is het voorkomen van contact met dat koraal essentieel. Daarom passen we hier een speciaal trucje toe.
Stap 1 is om de perfecte plek uit te kiezen om je anker te laten zakken. Een stukje van de bodem waar voldoende ruimte is om in ieder geval je anker te laten zakken en 1 x de waterdiepte aan ankerketting neer te kunnen leggen. Dat is waarvoor ik nu in het water lig. Het is hier op deze ankerplek 15 meter diep waardoor de bodem vanaf de boot lastig te zien is, maar met de snorkel op lukt dat een stuk beter. Ik heb net de perfecte plek gevonden als Rosan de motorproblemen aankondigt.
“IK KAN ALLEEN NOG STATIONAIR!!”
“LUKT HET NOG OM TEGEN DE WIND IN TE KOMEN??”
“JA!! NET AAN!!”
Top, dan kunnen we eerst verder gaan met ankeren en gaan we daarna kijken wat er aan de hand is. Langzaam zetten we de ankerprocedure voort. Rosan vaart naar de plek waar ik in het water lig en laat daar de eerste 30 meter aan ankerketting gaan. Daarvan loopt er dus 15 meter vanaf de punt van de boot naar de bodem, en ligt er 15 meter óp de bodem. Ik klim in de tussentijd aan boord, en haak op de 30 meter markering een stootwil vast aan de ankerketting. Dan laat ik die ankerketting weer verder gaan en elke 5 meter haak ik twee grote lege waterflessen tot we 60 meter ankerketting uit hebben staan. Maar die 60 meter ankerketting ligt er anders bij dan anders… De ankerketting blijft namelijk voor het grootste deel drijven!
Op deze manier kunnen we in een relatief klein stuk zand ankeren zonder dat we het koraal daar omheen beschadigen. Bij windstil weer hangt de ankerketting in boogjes tussen de drijvers in. Als het wat harder waait, zoals nu, dan staat de ketting alsnog redelijk strak en worden de drijvers onder water getrokken. Dat is de bedoeling. Door de drijvers zo uit te kienen dat ze net aan blijven drijven als er geen kracht op de ankerketting staat beïnvloeden ze zo weinig mogelijk de houdkracht van het anker als er wél kracht op de ketting staat. Om deze manier van ankeren onder de knie te krijgen hebben we op de Marquesas alvast geoefend, en daar zijn we heel blij mee nu de motor kuren heeft.
Nu we goed voor anker liggen kunnen we gaan kijken wat er met de motor aan de hand is. Die staat inmiddels uit om er even rustig naar te kunnen kijken. Plotseling geen gas meer kunnen geven klinkt als een gebroken gaskabel. We halen de omkisting van de motor, bewegen de gashandel, en concluderen dat die netjes doet wat hij hoort te doen. Dat is balen, het was een relatief eenvoudig probleem geweest om op te lossen. Als dat het niet is weet ik het zo ook even niet. Laten we de motor dan maar weer starten en eens kijken wat er nu gebeurt.
Voorzichtig geeft Rosan gas terwijl ik bij de motor kijk. Hij maakt weer toeren! Probleem verdwenen? “Geef nog eens wat meer gas?” Rosan duwt de gashandel naar voren tot 2000 toeren en dan klinkt ineens een hard ratelend geluid vanuit de motor. “GAS TERUG!!” roep ik. Maar al terwijl ik die woorden uitspreek concludeert ook Rosan dat er iets mis is en het toerental loopt terug naar stationair. “Er drijft ook een grote roetwolk op het water.” Hmmm, we hebben altijd al wel wat viezigheid uit de uitlaat, maar nooit echt grote roetwolken. En een ratelend geluid, dan zal er wel iets flink mis zijn…
“Zou het ook gebeuren als de motor in de versnelling staat?” We gaven net gas vooruit, maar zonder de motor in de versnelling te zetten. Nu geeft Rosan flink gas achteruit met de motor wel in de versnelling. De boot beweegt zicht achterwaarts. De ankerketting komt op spanning, wat resulteert in een flinke ruk aan het anker. We concluderen dat die inderdaad goed ingegraven is en komen tegelijkertijd tot de conclusie dat het ratelende geluid ook nu aanwezig is. Niet goed…
Er volgen een paar dagen van uitzoeken, andere mensen vragen én natuurlijk sleutelen. Vrienden schieten te hulp en samen proberen we uit te vogelen waar het geluid vandaan komt, wat dan het probleem zou kunnen zijn en hoe we het weer op kunnen lossen. Op dag 1 halen we de demperplaat uit het vliegwielhuis, verbeteren die en concluderen dat dat niet het probleem was… We halen de kleppendeksel van de motor, stellen de kleppen, vervangen de pakking en concluderen dat ook dat geen verbetering brengt in de situatie… We halen de uitlaatbocht los… …en concluderen dat die helemaal vol zit met roet en roest… Een paar uur later is hij schoon, is hij weer gemonteerd en starten we de motor. Ons hart klopt wat sneller dan normaal. Rosan geeft gas. De motor loopt als een zonnetje!!! Wat een opluchting. Even waren we bang dat we de eilandengroep waar we nu zijn volledig over hadden moeten slaan om naar Tahiti te varen, op zoek naar een monteur. Maar het is opgelost, we kunnen weer door!
De volgende dag halen we het anker op om terug te varen naar het enige dorpje op Raroia, het eiland waar we nu zijn. We geven gas, en zijn gelukkiger dan ooit dat de motor soepel loopt. Totdat…
“Niels… Ik kan geen gas meer geven…”
De gashandel beweegt ineens verdacht makkelijk zonder daarbij invloed te hebben op de motor. We kunnen alleen nog stationair lopen. We halen de omkisting van de motor, bewegen de gashandel, en concluderen dat die niet meer doet wat hij hoort te doen. De gaskabel is gebroken. Maar dat is gelukkig een relatief eenvoudig probleem om op te lossen. Met een oude stopkabel die we nog aan boord hebben liggen improviseren we een gaskabel die het de komende paar maanden wel vol zou moeten houden. Zo, dan kunnen we nu eindelijk écht weer verder.
Benieuwd naar wat we nog meer meegemaakt hebben op Raroia? Je ziet het in onze vlog!