Bijna een maand lang bikkelde de vloot langs de Franse kusten van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee. Er vonden in totaal 32 korte baan- en langeafstandsraces plaats bij uiteenlopende zeilcondities. Zo begon de laatste offshore van Marseille naar Hyeres met dertig knopen Mistralwind om uiteindelijk uit te monden in een massale dobberpartij. De Franse bemanning van Courrier Dunkerque presteerde onder alle omstandigheden het sterkste en greep de eindzege.
“We hebben op de slotdag vooral verdedigend gevaren”, blikte stuurman Michiel van der Meulen terug op de finale inshores. “We konden niet meer klimmen, maar nog wel een plaats verliezen. Daarom wilden we niet te veel risico’s nemen.” Het thermische windje liet even op zich wachten. Uiteindelijk stond er een variabele bries van ongeveer tien knopen. “Dat was moeilijk varen”, aldus Van der Meulen. De Delftenaren begonnen behoudend met een 23ste plek, waarna de vanUden-TU Delft-VanOord nog als 18de en 19de door de finish kwamen. Daarmee behielden ze hun vijfde positie in het studentenklassement, dat door CSC/HEC/Ecole Navale werd gewonnen.
“Bizar”, noemde Van der Meulen de laatste offshore naar Hyeres. “We begonnen met een Mistral van ongeveer dertig knopen, maar na een paar uur nam die af. De offshore eindigde in een windstilte. Onze bootsnelheid ging van twintig naar nul knopen. De wind van dertig naar nul knopen en we hebben op tien meter afstand een walvis gezien.” Slechts vijf boten finishten binnen de tijdslimiet. Team Delft Challenge zat daar niet bij. “Het was een aardig slagveld. Gelukkig hadden onze concurrenten dezelfde uitslag als wij”, aldus de stuurman.
Gemengde gevoelens
Van der Meulen kijkt met gemengde gevoelens terug op zijn tweede Tour: “Op de Atlantische Oceaan hadden we problemen met de kiel en het opstarten van het team. Daardoor maakten we vooral in het begin veel fouten. In Royan begon het beter te gaan en op de Middellandse Zee konden we knallen. Daar zaten we er lekker bij, waarover we tevreden mogen zijn.” Voor aanvang dacht het team juist tijdens de zeeraces zijn slag te kunnen slaan. Dat pakte anders uit. Van der Meulen: “Dat klopt, maar we hebben helaas niet zoveel offshores gehad. Er vielen er twee uit en in de eerste twee gingen wij in de fout. Dan blijft er weinig over om het goed te maken. Hoewel die elfde plek op de Middellandse Zee wel prima was.” Volgens de stuurman is de bootsnelheid tijdens de offshores nu ook het aandachtspunt: “Vooral tijdens het reachen en bij lichte wind gingen we niet hard genoeg. Tijdens de baanwedstrijden liep het wel, maar dat zijn de bekende koersen.”
Nog twee jaar de Mumm
Tijdens deze Tour de France à la Voile werd tevens bekend gemaakt dat de Mumm 30 de komende twee edities nog als klasse geldt. Dit zou oorspronkelijk het laatste jaar van de Mumm 30 zijn, maar de organisatie bedacht zich. Van der Meulen: “De verwachting is dat ze in het najaar de nieuwe boot zullen bekendmaken.” Het vanUden-TU Delft-VanOord Sailing Team steekt de komende tijd de koppen bij elkaar om grondig te evalueren en met een nieuw strijdplan voor 2009 te komen.
Over de Tour de France à la Voile
De Tour de France à la Voile is een zware competitie van korte baan- en langeafstandsraces. De vloot van professionele, amateur- en studententeams legt gedurende de maand juli ruim 900 zeemijlen af. De deelnemers varen vanaf Duinkerken in tien etappes door het Kanaal, de Golf van Biskaje en de Middellandse Zee naar de finishplaats Hyères. Drie daarvan zijn langer dan 180 mijl. De eerste zes offshores brengt het wedstrijdveld langs de Atlantische kust naar Royan. Daar gaan de schepen op transport naar Saint-Cyprien aan de Middellandse Zee voor het tweede deel van de Tour de France à la Voile. De finish is op 24 juli in Hyeres.
Tekst Diana Bogaards
Foto Team Delft Challenge