De reden van de muiterij op de Bounty is nooit helemaal duidelijk geworden. Kapitein Bligh was geen wrede kapitein. Een reden zou kunnen zijn dat de Bounty net was vertrokken van Tahiti, dat voor de Europese zeelui een waar seksparadijs was.
Zeven weken
De muiters verwachtten dat Bligh zich zou schikken in zijn lot en op een eiland in de buurt zou gaan wonen, wat ze zelf ook het liefst zouden doen. Bligh liet het er niet bij zitten en wilde zo snel mogelijk naar Engeland. Zo begon een van de opmerkelijkste tochten in de geschiedenis. Bligh zeilde met de sloep in zeven weken van Tonga naar het Indonesische Kupang, een afstand van 3700 mijl.
Geen kaarten en geen toiletpapier
De Australische Don McIntyre heeft al veel avonturen beleefd. Maar dit is zijn grootste uitdaging: hij wil de hele route van Bligh zeilen onder vergelijkbare condities. Geen kaarten, geen toiletpapier, niet genoeg eten en drinken en slechts de beschutting van wat doek over het geheel open vaartuig van het type whaleboat.
Van de weblog: http://www.bountyboat.blogspot.com/
Ik had al een idee dat het een grootse nacht zou worden, en dat klopte. De hele middag varen we op een eiland af en besluiten om het eiland aan de loefzijde te passeren. Het begint al te schemeren en de golven worden steeds hoger. Terwijl ik sta te sturen zie ik plots de branding op een rif twee mijl voor ons. We zeilen voor de wind met een flinke snelheid recht op het rif af. Ik stuur snel zestig graden op naar bakboord. Maar het rif gaat onder water verder. We zitten alle vier in de kuip te kijken naar het naderende onheil en de golven worden hoger en hoger. Als twee golven van de zes meter hoog op ons af komen denderen ben ik genoodzaakt ze op de spiegel op te vangen. Daardoor surfen we met 12-15 knopen van de golf af. Superspannend maar we gaan wel recht op het rif af! We voelen ons ontzettend dom dat we bijna op dit rif zijn beland, maar het is ook ontzettend donker.
Na dit incident zijn we genoodzaakt om op het kompas te varen en ik besluit om ook de zaklampen toe te staan. Het wordt gewoon te ruig en te gevaarlijk. Vijf uur later verschijnt er opeens een eiland als een grote schaduw naast de boot. We hebben geen idee hoe dichtbij het is of hoe hoog. Is het een klein eiland dichtbij of een groot eiland ver weg van ons.
De wind is 25-30 knopen en de golven zijn nog steeds rond de vier meter hoog. Als het mijn tijd is om even te slapen hoor ik Quilter schreeuwen: “Ted, ik zie brekers recht vooruit!” Ik grijp mijn harnas en spring op. De brekers zijn al dichtbij en de boot vaart al aan de wind tegen de golven in. De branding is slechts een paar honderd meter van ons vandaan aan lij. Het water licht op door het fosfor en we denken dat we de golven horen breken op de rotsen door het lawaai van de zeilen en de boot. Het is een zeer gespannen moment.
Dan pak ik de GPS kaartplotter die aan boord is voor noodgevallen. Dit is te ernstig, we hebben geen idee hoe het rif naast loopt met het risico er elk moment tegenaan te varen. Binnen enkele minuten geeft het apparaat een positie maar het lijkt eeuwig te duren. Het blijkt dat we boven op het rif zitten maar 300 meter verderop kunnen we er vanaf. Dat doen we ook. We realiseren ons steeds weer wat Kapitein Bligh heeft gepresteerd. Is dit gekkenwerk of niet? Wij doen dit vrijwillig, zonder kaart of navigatiemiddelen. Maar hij had geen keuze. We zijn het er allemaal over eens dat als Quilter de branding niet had gezien, het allemaal in een minuut of twee voorbij zou zijn. Zo dicht gingen we langs de afgrond. Misschien heeft iemand ons een handje geholpen.
Last modified: 6 mei 2010