Nieuws

De blauwe woestijn

De nieuwe Zeilen-columnist Vivian Oskam bericht iedere twee weken op eigen wijze over haar reis met Duende. Vandaag de eerste aflevering.

16:37

28 februari 2009

13°00.00 S – 38°32.24 W, Salvador de Bahia

  

‘Captain Ballantyne let himself lapse into the mesmeric trance of the desert voyager. He gave himself over to the rhythm of the camels’ gait. Time was suspended and lost all significance in this otherworldly landscape…’ Ik kijk verrast op uit mijn boek. De gelijkenis is treffend.

  

Al meer dan een week zijn we onderweg, zolang zijn we nog nooit op zee geweest. Vanuit Gambia (13° N) zijn we vertrokken we naar Salvador de Bahia (13° Z), met halverwege die magische grens, de evenaar. Het klinkt erg spannend om daar overheen te gaan, maar we zijn er nog lang niet. Ik ben onrustig, dagen aftellen is frusterend. Ik weet niet goed wat ik met mezelf aanmoet. De gastenvlag voor Brazilie heb ik al ingekleurd, boeken verslind ik in rap tempo en het brood is ook al gebakken.

 

Naarmate we dichterbij de evenaar komen, wordt het gevoel op een woestijn te zitten steeds groter. Er is hier helemaal niets, ik zie geen enkel ander schip. Op een enkele vliegende vis na is de deinende vlakte compleet uitgestorven. De wind verdwijnt en laat een benauwde klamme sfeer achter. We hebben de beruchte windstilte gordel rond de evenaar bereikt, de doldrums. Als bedouinen pakken we onszelf in om onder de medogenloos brandende zon de genaker te strijken. Het hoogtepunt van de dag bestaat uit putsen zeewater over mijn verhitte lijf gooien. Een groot voordeel ten opzichte van het reizen per kameel.

 

Net als de woestijn van zand, verrast ook deze in zijn schijnbare eenvormigheid. De oceaan lijkt elke dag een andere kleur blauw aan te nemen. Hoge bloemkoolwolken schilderen de meest briljante oud-hollandse decors aan de horizon. Squalls zorgen voor afwisseling met hun verfrissende regengordijnen. Extra zoet water in deze zoute woestijn is letterlijk een geschenk uit de hemel. Zodra er weer een loodgrijze wolk aankomt, zit ik al verheugd te wachten met shampoo bij de hand.

 

Geen lintje door het water, geen vuurwerk en al helemaal geen souvenirsshop. Een seconde staat de GPS op nul en dan begint hij simpelweg weer met optellen. ‘Nou, dat was het dan, de evenaar’, concludeert Bram nuchter. Ik kijk naar buiten. De oceaan geeft niets om deze bijzondere streep op de kaart en deint stoicijns door. Ook de doldrums blijven stug boven ons hangen. De drang om iets te willen doen smelt in de drukkende hitte. Ik denk aan Captain Ballantyne en geef mezelf over aan de eindeloosheid.

 

Na vijf dagen lang veel boeken lezen onder begeleiding van monotoon motorgebrom, steekt de wind opeens weer op. Van een schommelende boemel zijn we overgestapt op een razende sneltrein. Binnen een paar dagen denderen we met een comfortabele halve wind over een vlakke zee naar de Braziliaanse kust. Bij het naderen van land komt er weer meer kleur en beweging in de wereld om ons heen. Zeevogels komen schreeuwend langsvliegen en de skyline van Salvador krijgt langzaam meer detail. Gefascineerd zit ik urenlang op het voordek te kijken naar bewegende bussen tussen de enorme flatgebouwen.

 

Ik spring op de steiger van de marina en sta na 18 dagen varen voor het eerst weer naast de boot. Als een gulzige spons zuig ik de overweldigende hoeveelheid aan indrukken op. Overal klinkt muziek, allerlei geuren zweven voorbij en waar ik maar kijk, is er leven. Na de bijzondere reis door de blauwe leegte, voel ik me als een woestijnreiziger die de oase van de bewoonde wereld weer heeft bereikt.

Last modified: 4 maart 2009
Sluiten