Advertentie

Nieuws

Flessenpost Black Moon: Géén bananen aan boord

Over verboden en geboden op een andermans boot

12:30

Eind juli 2020 zijn dertigers Greetje Tops en Niels Eikelboom uit Nederland vertrokken met Black Moon, hun Taling 33, voor een wereldreis. Iedere drie weken ontvangt de redactie van Zeilen hun flessenpost, met daarin alle avonturen en uitdagingen.

Advertentie

Uit het niets rijzen er wolkenkrabbers uit de Rode Zee. Jeddah. Na 18 dagen komen we vanuit de Malediven in Saudi-Arabië aan en laten we voor de tweede keer in een jaar tijd het Hoge Risico Gebied in ons kielzog. Dit keer in die van een catamaran. Acht weken lang varen we als crew op een Lagoon 46. Echter, crew is wellicht een te onderdanige term. Niels en ik hebben deze 5.000 nm namelijk al eerder afgelegd en onze opdracht is om Northstar er, samen met de eigenaars, doorheen te loodsen. Een route waar iedere zoute zeebonk vroeg of laat nederig van wordt. Maar hoe verhoudt zich de relatie tussen twee koppels tijdens zo’n lange reis op zee – zeker wanneer de eigenaars het laatste woord hebben? En hoe ervaren wij het verblijf en de oversteek op een catamaran vergeleken met een monohull?

Onze klus als crew

Het vertrek start in Maleisië. Op 5 februari vliegen we vanuit Athene naar Langkawi waar we ruim een jaar geleden met Black Moon ook lagen. Dit keer voelt alles anders. Vorig jaar was ik de hitte beu. Nu geven de tropische geuren, – geluiden en – warmte de energie waar we al maandenlang naar uitkeken. We zijn opgeladen en kijken uit naar deze rematch met de Rode Zee. Eerst nog even de Indische Oceaan en de Arabische Zee oversteken – een kwestie van mijlen vreten, waarbij we de boot en elkaar goed leren kennen. Want hoe zal dat zijn op een catamaran? Slechts één keer eerder heb ik een week in Italië als co-schipper opgevaren. Maar 5.000 nm, met een heleboel obstakels, is andere koek. Zelfs op een luxe catamaran.

Het Roemeens vlaggetje van Northstar hangt nog slaperig in de windstilte. De eigenaren – hij Roemeens, zij Amerikaans – zijn net terug van hun familie tournee. De airco pruttelt, dus de glazen schuifpui sluit snel achter ons. We nemen plaats in een ruime salon met hoekbank en hoekkeuken. De andere twee hoeken zijn voorzien van koel/vrieskast en navigatietafel. Aan weerszijden twee trappetjes die in de drijvers verdwijnen, met in totaal vier Queen size bedden, inclusief privé badkamer met warm water. Zelfs de toiletten worden met zoet gespoeld. Verder is er nog een wasmachine met droger aan boord. En – last but not leastStarlink voor supersnel internet midden op zee. Om in het luxe thema te blijven overhandigen we ze een flesje bubbels die we tijdens onze tussenstop op Singapore hebben gekocht. Deze wordt in de “wijnkelder” bewaard voor bij aankomst op Cyprus, het eindstation van onze klus. We verwachten er 8-12 weken over te doen.

Bananen zijn verboden

De opvolgende dagen bereiden we ons voor op vertrek. Voordat ik er erg in heb, hangt Niels al in de mast: de windvaan moet vervangen en het tuig gecontroleerd. Na het provianderen gooien we de trossen los voor een testzeil naar Thailand – slechts één nachtje varen – een zogeheten shake down sail. Een woelige zee vanwege de stroomrafelingen doet de catamaran schudden en kraken. Dat wordt nog wat op de Rode Zee! De vaat, die volgens hen gewoon kan blijven staan, sneuvelt zowat. En het tropisch fruit ligt verspreid over de vloer; granaatappels en mango´s rollen via het trappetje zo onze drijver in. Behalve bananen. Die zijn namelijk verboden hier aan boord…

Na een korte stop op Koh Phi Phi – net lang genoeg voor een Thaise massage en lokale curry – zetten we zeil richting de Indische Oceaan. Dit keer wordt het nieuwste paradepaardje ingezet: de Code Zero, een groot voorzeil die zowel enkel als dubbel kan, afhankelijk van de windhoek. Met 8 knopen snelheid glijden we over een spiegelgladde Indische Oceaan richting de Malediven. Met af en toe de motor erbij doen we er slechts elf dagen over.

1.500 liter diesel

Na exact een jaar zijn we terug in het azuurblauwe water met de koraalzanderige straatjes van Uligan, het Noordelijkste atol van de Malediven. Tijdens ons verblijf van een week liggen er zo´n elf boten. Maar hoe anders dan vorig jaar, toen daar vijf boten elkaar spontaan hielpen met klussen om als konvooi te vertrekken. Nu wordt er amper naar elkaar gezwaaid, hooguit een virtuele groet van de ene Starlink-dish naar de andere. De ankerbaai druppelt leeg, zonder dat we exact van elkaars plan afweten.

Op de valreep komt er een extra bemanningslid aan boord: Barry. Een barrel van 220 liter diesel. Met een totaal van 1.500 liter moeten we de 2.500 nm naar Jeddah kunnen halen, mits we minimaal een kwart ervan zeilen. Anders moeten we tussendoor in ofwel Socotra (hun voorkeur) ofwel Djibouti (ons advies) stoppen. Gelukkig hadden we genoeg wind en zelfs een prima venster om non-stop door de nauwe zeestraat Bab-el-Mandeb te varen.

Wachtsysteem

De dagen op zee rijgen zich aaneen. Ironisch genoeg wordt de meeste tijd boven op de brug doorgebracht. In deze stuurhut kun je makkelijk met vier personen op een rij zitten. En erachter ook nog languit loungen. Wat betreft de wachtjes deed de kapitein een goed voorstel: per koppel zes uur op en zes uur af, met om 02.00 ‘s nachts de wissel. Tijdens de wacht moet er wel altijd één iemand wakker blijven, de ander ligt op de achterbank stand-by voor het geval dat. Met dit wachtsysteem konden we dus ook wat tijd met z´n tweeën doorbrengen.

Gedurende de dag wisselen we elkaar af om binnen te eten, bij te slapen, een filmpje te kijken of te koken. Alleen ‘s avonds eten we gezamenlijk aan tafel. Behalve kip, want daar is de kapitein mentaal allergisch voor. Verse vis is gelukkig wel toegestaan. Sterker nog: hoe meer en groter, des te beter. Na de twee meter lange marlin was het wel gedaan met het vissen. We moesten zelfs ruimte in de vriezer maken door alle magnums op te eten. Heel vervelend. Buiten dat, en een enkele agressieve visboot daargelaten, gebeurde er weinig spannends aan boord. En dat is maar goed ook.

Echter, hoeveel praatstof rest er nog na zoveel dagen op zee? Starlink helpt om onder andere de grillen van Trump (en Musk) dagelijks ter discussie te stellen. Niet mijn favoriet onderwerp, maar wel belangrijk aangezien we ons letterlijk in het conflictgebied bevinden. Want de dag nadat we het Hoge Risico Gebied achter ons lieten, gooide Trump nog wat extra olie op het vuur. Maar in plaats van opluchting en blijdschap dat wij in veiligheid zijn, heerst er een onbestemd gevoel aan boord.

Internet falen

Bij het naderen van Jeddah begon Starlink te haperen, deze connectie wordt namelijk nog niet door Saudi-Arabië ondersteund. Paniek aan boord. Snel worden er nog uiteenlopende vragen naar de marina gestuurd, zoals “Hoe hoog moeten de fenders?” Ook worden beide motoren maximaal ingezet om eerder aan te komen. Of we alvast de lijnen en fenders willen voorbereiden… zes uur voor aankomst?! Een bijzondere ervaring om dit met 8 knopen snelheid te doen. De enorme fenders stuiteren als skippyballen op dek.

Ja, Starlink is een indrukwekkende innovatie en een goede toevoeging om je boot voor een langere reis uit te rusten. We sluiten niet uit dat we deze ooit zelf zullen installeren. Er zijn ook kanttekeningen. Ten eerste de duizenden satellieten die als vereeuwigd afval in het heelal rondzweven. Ten tweede de onomkeerbare ervaring. Want wat zijn wij blij en trots dat we onze reis tot zover nog zonder internet hebben mogen meemaken. De verstilling op zee, jezelf toelaten om te vervelen (en juist daardoor creatief te worden), volledig van de bewoonde wereld afgezonderd zijn en de verwondering bij aankomst in een onbekend overzees land. Dat koesteren we.

Gesprekstof raakt op

Met of zonder internet, op een gegeven moment begint het gesprekstof wel zo’n beetje op te geraken. “Dat heb je al verteld” en “Weet er iemand nog een mop?” passeren steeds vaker de revue. Als je zo’n 60 dagen lang met elkaar opgescheept zit, beginnen de minder leuke gewoontes, waar je in het begin nog om kunt grinniken, vroeg of laat hooguit irritant te worden. Blij dus dat we even een weekje in Jeddah aan land kunnen. Ook al zijn er opnieuw verboden en geboden, zoals lange kleding, ramadan en geen alcohol. Als het aan ons lag waren we langs de Sudanese kust gevaren; vorig jaar hebben wij daar heerlijk gesnorkelend en in de woestijn gewandeld. Maar de keus is gemaakt. De eigenaren willen in een luxe marina liggen met een dagelijkse massage en restaurantje op de hoek.

Terwijl de eigenaren met versgewassen haar binnen in de airco aan hun privé internetbundel zitten, staan Niels en ik buiten in de blakerende zon de woestijnstof van het dek te schrobben; een ritueel dat we halverwege het Suezkanaal en op Cyprus nog zeker moeten herhalen. En dan is zo’n 46 voet toch aanzienlijk groot. Er zijn ergere klussen te bedenken, maar toch missen we Maantje. En dat is een goed teken. In het moment voelt alles altijd zwaarder, maar onderaan de streep hebben we de klus succesvol afgerond. Het verdiende lekker én we zijn een nieuwe ervaring rijker.

Top 10 nadelen van een catamaran

“Jullie willen nu zeker ook zo´n catamaran?” is een veelgestelde vraag. Ons antwoord daarop: Nee! Tijdens één van onze wachtjes evalueren we onze ervaring en stellen een top 10 van nadelen ten opzichte van een monohull samen. Wellicht te technisch voor sommige, dus scroll gerust door naar de eindconclusie. Oké, daar komt ie:

  • Je voelt minder connectie met de boot en de natuur; op een mono voel je alle scheepsbewegingen en zit je dichter op het water om te anticiperen, bijvoorbeeld wanneer de wind aantrekt en de golven opbouwen.
  • Door dit gemis worden de technische instrumenten des te belangrijker, waar je zeer afhankelijk van wordt. Bijvoorbeeld om te reven, moet je letterlijk op de windmeter kijken en een tabel aflezen, omdat je het gedrag van de boot gewoonweg niet voelt.
  • De te bevaren windhoek is vele malen kleiner dan die van een mono (pas bij rond de 60 graden). Een aandewindsekoers is dus haast niet mogelijk vanwege de drift en een voordewindsekoers alleen met een speciaal twinsail of gennaker. Het grootzeil kan niet ver worden uitgeboomd.
  • Om het grootzeil te hijsen en te reven moet de boot in de wind gestuurd worden. Allemaal leuk op een kalme zee, maar met een beetje golfslag wordt dit een compleet ander verhaal, eigenlijk ronduit gevaarlijk. Ook dit weerhoud je dus van het hijsen.
  • Het interieur is bijna zoals een normaal huis – zelfs de deurklinken zijn rechthoekig en geloof me die doen bijzonder zeer als die in je zij of rug port. Ook heb je het idee dat je alle spullen los kunt laten staan, maar zeker niet op de Rode Zee.
  • De afbouw laat te wensen over; het interieur piept en kraakt. Ook zijn er al scheuren in de gelcoat zichtbaar en dat is voor een 5 jaar jonge boot erg snel.
  • De motoren zijn zeer luid, het ruim is niet voorzien van isolatiemateriaal. En het verbruik is zeer hoog, zo’n 12 liter per uur, met 2 motoren op 2.500 rpm.
  • Het lopend want is onbereikbaar en loopt stroef. Alle lijnen moeten via elektrische lieren, waardoor je niet voelt als een lijn stropt of klemt. Resultaat: sneller schade. Tijdens de oversteek moesten we hierdoor gebroken valblokken repareren.
  • De giek ligt op 4-5 meter boven het water, dus moeilijk bereikbaar (via een steil laddertje op het dak). Reeflijnen en het zeil zijn hierdoor moeilijk te controleren.
  • Het schip snijdt niet in de golven, zoals een mono dat zo mooi doet, waardoor het gevaarte hobbelt en knobbelt. En vanwege de breedte zijn er weinig handgrepen. Dit samen resulteert dat je als een dronken eend door de boot waggelt.

Eindconclusie

Natuurlijk zijn er voordelen. Zoals eerder beschreven zitten die voornamelijk in de comfort hoek. Zo´n showpaleis is dus een prima drijvend appartement – al nemen die in een ankerbaai wel erg veel ruimte in beslag – maar het heeft vooral erg weinig met zeilen te maken. Dat vermoeden hadden we hier in Griekenland al en nu hebben we het ten lijve ondervonden. Blijkbaar voelen wij ons meer comfortabel in het discomfort. Zeker voor een oceaanoversteek vinden we het belangrijker om één met de boot te zijn en één met de elementen. En dat is een keuze, of misschien haast wel een geloofsovertuiging. Net als dat je als zeiler gelooft in de fabel dat bananen aan boord voor ongeluk zorgen.

Advertentie
Last modified: 12 June 2025
Sluiten