Nu in Zeilen: Mijn favoriete week in Zeeland

In de Zeeuwse delta vind je al het goede dat een zeilweek nodig heeft: zilte rust, verrassend vaarwater, veelzijdige routes én de meeste zonuren van Nederland. Drie Zeeland-kenners delen hun favoriete weekplanning met een duidelijke vaarwijzer, zodat je meteen kunt vertrekken.

Vroeg in de ochtend word ik wakker van het gerammel van de ankerketting over de bodem; het tij kentert. In mijn warme slaapzaak hup ik op het brugdek. Ik merk dat Ritme honderdtachtig graden is gedraaid. De droogvallende plaat pal naast de boot, die gisteravond nog fier boven het wateroppervlak uitstak, is tijdens de nacht onder water verdwenen. Langzaam maar zeker strekt de ketting zich in de richting van de ebstroom door de Krabbenkreek. Terwijl de zon opkomt, kruip ik stilletjes terug naar binnen. Straks is er genoeg tijd om te zeilen, nu nog even genieten van de ankernacht.

Vaarplan

Mijn favoriete week in Zeeland omvat alle aspecten van het deltagebied: traag stromend zoetwater, stilstaand zoutwater, ruim getemd getijdenwater en een stuk Noordzee. Daarbij passeer je bruggen en sluizen, vaar je door natuurgebieden, is de kans groot dat je zeehonden en bruinvissen tegenkomt en heb je tijd genoeg om mooie oude stadjes te bezoeken. Het getij is slechts op een deel van de route leidend; er zijn ook dagen dat je helemaal geen rekening hoeft te houden met de stroming. Mooi is bovendien dat, mocht het weer omslaan, er in het delta­ gebied nog veel meer plekken zijn waar je prima kunt ankeren in de nabijheid van een beschutte haven.
De route loopt door de wateren rondom het Grevelingen­ meer. Beginnend bij de ankerplaats voor Sint­Annaland loopt de route via Krabbenkreek, Keeten en Oosterschelde met een kort uitstapje naar het Veerse Meer naar de Noordzee, om vervolgens via Haringvliet, een stukje Hollandsch Diep, Volkerak, Krammer en Zijpe weer terug te komen bij Sint­Annaland. De totale afstand is zo’n 120 zeemijl, verdeeld in dagtochten van 14 tot 34 zeemijl: lekker lui vakantiezeilen met voor het voldane gevoel een langere tocht langs de kust.

Dag 1 – naar Sabbingeplaat

Op weg van Sint­Annaland naar de ankerplek op het Veerse Meer kun je ervoor kiezen om eerst naar de Zeelandbrug te varen. Als je het een beetje uitmikt, arriveer je bij de brug met laagwater en kun je met de eerste vloedstroom weer landinwaarts varen richting de Zandkreeksluis bij het Veerse Meer. In ruil voor alles varen met stroom mee kun je ook kiezen voor de route via het Brabants Vaarwater. Waarom? Omdat je dan grote kans hebt om zeehonden te zien liggen op de rand van de drooggevallen Galgenplaat. Vergeet niet om in deze vaar­ geul stuurboordwal te houden vanwege de beroepsvaart. Eenmaal door de Zandkreeksluis kom je op het zoute Veerse Meer, zonder getij. De ankerplek bij watersport­ eiland Sabbingeplaat is goed beschut en biedt zeker in de zomer uitzicht op het komen en gaan van boten. De havens van Kortgene en Wolphaartsdijk liggen om de hoek.

Zeilen 06/2020

Ben je benieuwd naar de andere favoriete zes dagen van de Zeeland-kenners? Moet je de ankerroute linksom of rechtsom nemen? Wat moet je weten over ankeren op getijdewater? En wat maakt onder andere Zierikzee zo aantrekkelijk? Je leest het allemaal in Zeilen 06/2020! Koop het nummer hier online in de webshop of lees (het artikel in) Zeilen hier digitaal. De editie is ook tot en met woensdag 24 juni verkrijgbaar in de winkel.

Tekst: Rob Bijnsdorp, Olav Cox en Jet Idkes