Over één ding bestaat bij het Watersportverbond in ieder geval geen onduidelijkheid: voor een Blauwfonds is geen enkel draagvlak. Massaal hebben de leden van de aangesloten watersportverenigingen zich gekeerd tegen het voornemen een dergelijk fonds in het leven te roepen. Aanvankelijk keek het bestuur genuanceerd aan tegen de voorstellen van de Commissie Gabor, maar na een zogeheten ledenraadpleging was het standpunt duidelijk: geen watersportbelasting of Blauwfonds of andere heffing voor eigenaren van plezierjachten.
Tijdens een bijeenkomst, begin maart in het Amsterdamse Rai-complex, was ANWB-baas Guido van Woerkom minder stellig. In ieder geval hield hij de deur nog op een kier. Wel gaf hij aan dat de overheid blijkbaar een probleem heeft, maar dat de watersporter dat niet herkent. Ook Luit Ezinga, de voorzitter van de Hiswa Vereniging ziet weinig heil in het voornemen een heffing voor de watersport in te voeren.
Opnieuw werd duidelijk dat we beter een punt kunnen zetten achter die hele discussie. Nog voordat er uitgewerkte plannen liggen, is er al zoveel weerstand dat het hele plan tot mislukken is gedoemd. Dat de voorlichting over de werkzaamheden van de commissie Gabor nogal gebrekkig was, heeft daar zeker aan bijgedragen.
Wat mij verbaasde dat er tijdens de bijeenkomst in Amsterdam geen enkele vertegenwoordiger van het ministerie van LNV aanwezig was. Opmerkelijk, want juist dit ministerie heeft mijnheer Gabor opdracht gegeven een onderzoek naar de mogelijkheden van een heffing voor de watersport in te stellen.
Nog even terug naar de feiten. Met de belasting – zo mogen we het overigens niet noemen, want het is volgens de commissie een soort steunfonds – verwacht de overheid een bedrag van 44 miljoen op te halen. Dat is veel geld, maar wie zegt mij dat niet hetzelfde effect optreedt als bij de vliegtax? Ook daar verwachtte de overheid de schatkist te spekken. Dat viel fors tegen. Flink wat Nederlanders geven nu de voorkeur voor een buitenlandse luchthaven waardoor zelfs de werkgelegenheid op de vaderlandse vliegvelden onder druk komt te staan. Kort door de bocht: uiteindelijk zijn de kosten zijn hoger dan de opbrengsten.
Een soortgelijk effect zie ik ook opdoemen bij een vaarbelasting, of hoe we die heffing ook noemen. Minder omzet voor de bedrijven, minder passanten, minder handel voor de horeca en teruglopende omzetten voor de winkeliers en uiteindelijk minder geld in het laatje van de overheid.
Ik wacht nu met spanning op het moment waarop er plannen ontstaan voor een fietsbelasting, een wandelvergoeding, een bellenblaasfonds of een vliegerbijdrage.Â
(Deze column is geplaatst in Zeilen nr. 4 – 2009)