Op 7 januari sloeg het noodlot toe aan boord van Jean Luc van den Heede’s Adrien. Op 55 graden zuid verspeelde hij zijn mast en daarmee ook zijn kans het rond-de-wereld-van-oost-naar-west record te verbeteren. Nu, 10 dagen later, vaart hij nog steeds aan de onderkant van de wereld, maar boekt met zijn noodtuig vooruitgang, zij het moeizaam.
Van zijn spinnakerboom heeft hij met 5 vallen een noodmast gemaakt. Maar met de 30 m2 zeil laat de 26 meter lange Adrien zich niet gemakkelijk manoeuvreren. Zijn plan om naar Melbourne te gaan voor reparatie heeft hij inmiddels bijgesteld. Hobart heeft nu de voorkeur van de 57-jarige schipper. ‘Het is dichterbij en ik heb daar sinds de BOC van 1986 veel vrienden en bekenden die mij kunnen helpen’, schrijft hij in een dagelijks update van boord. ‘Dan heb ik twee opties. Ik kan terplekke een nieuwe mast laten maken of de Adrien per vrachtschip naar huis laten vervoeren. De kosten van het laatste zijn echter behoorlijk hoog.’
Ondanks de enorme tegenslag maakt de solozeiler het goed. ‘Ik kom niets te kort en de dagen zijn niet monotoon. Ik doe m’n best om zo veel mogelijk voortgang te maken, maar het overstag gaan en gijpen kosten me met het noodtuig natuurlijk erg veel moeite.’ Op dit moment bevindt hij zich op zo’n 500 mijl ten zuiden van Tasmanië. Een nieuwe depressie is aanstaande en de noordelijke wind en de stroming naar het oosten helpen hem niet echt op weg.
Op de vraag, ‘Doe je hierna nog een poging?’, antwoord hij nuchter: ‘Ik ben niet iemand die snel opgeeft, maar drie mislukte pogingen, dat hakt er wel in. De teleurstelling is nog te vers om objectief te zijn. Ik beslis er niet alleen over, ik moet ook met mijn partners praten. Maar alles op z’n tijd. Eerst maar eens aan land zien te komen.’
Last modified: 7 september 2006
