Reisverhalen

Column Anna: Laatste keer

10:17

“Hóeveel eten hebben jullie bij je?” vraagt Monica ongelovig. Ze is vandaag voor het eerst op een zeilboot en kijkt haar ogen uit. Ik trek wat kastjes open en laat haar zien dat alles stamp- en stampvol zit. Ook show ik mijn bakken vol met afgevulde weckpotjes. “En de verse spullen komen hier in bakken onder de tafel te staan” wijs ik tenslotte. Zuchtend schudt ze haar hoofd. Dit is duidelijk een heel andere wereld. Na wat rondscharrelen aan boord komt ze tot de conclusie dat het eigenlijk een heel klein huisje is.

En dat was het tot gisteravond nog. Gisteren is de grote omslag van de ‘appartement-stand’ naar de ‘vaar-stand’ gekomen. Het is voor ons nu de tweede keer dat we dat doen. Eerst toen we al bijna twee jaar geleden uit Sevilla vertrokken. En nu dus weer. In de afgelopen maanden zijn er allemaal dingen op plekken komen te liggen die passen bij het wonen aan boord van een boot die niet beweegt. Nu moet alles weer rammel- en schuifvrij opgeborgen worden. Alle netten en banden die dingen op hun plek moeten houden komen weer tevoorschijn. Oeps, hier en daar toch nog wat winterse schimmel. De waszak vult zich sneller dan ik leuk vind.

De voorbereidingen zijn bijna klaar, we wachten op het goede weergat dat mogelijk volgende week gaat komen. Het zijn de dagen van ‘de laatste keren’. Laatste keer naar ons favoriete eettentje, laatste keer koffie met Floris en Alexia, laatste keer de heuvel achter de jachthaven opstruinen. Elke keer afscheid nemen. Verschrikkelijk moeilijk. Zeker het afscheid van Charlotte valt zwaar. We leerden elkaar al vrij snel na aankomst in Valdivia kennen en het klikte enorm. Charlotte Lovengreen is de Nederlandse honorair consul. Natuurkundeprof hier aan de universiteit, enorm betrokken bij het wel en wee van Nederlanders en de Nederlandse belangen in de regio. Maar vooral een schat van een vrouw. We drinken vaak kopjes koffie in haar appartement en praten over Nederland. Ze heeft nooit in Nederland gewoond, maar spreekt vlekkeloos Nederlands omdat haar moeder Nederlandse was en haar hier in Chili deels Nederlandstalig opgevoed heeft. Een vliegtuig is voor haar nog een vliegmachien, maar verder is het ongelofelijk hoe perfect ze onze taal spreekt.

Haar grote wens was om te gaan varen. En dat vonden we een heel leuk idee. Ook omdat het ons de kans geeft om nog even wat dingen te testen. Haar broer Oscar en diens vrouw Monica komen ook mee. Wij hebben bij hen op hun plantage een geweldige tijd gehad, dus we verheugen ons op het weerzien. Net voordat ze komen, mikken we de laatste dingen nog achter deurtjes of spanbanden. De navelstreng met de steiger wordt doorgesneden en we gaan op pad. Heerlijk. Het waait hard, maar op de rivier valt de deining mee. Vlagen rollen van de beboste hellingen en langzaam zien we de zeemist op ons af komen. We smikkelen onze bordjes nasi genietend op. “En waar ligt nu Juan Fernández?” vraagt Charlotte, die stoer achter het stuurwiel zit. “Eh, daar” wijst Wietze. “Maar daar komt de wind vandaan” constateert ze nuchter. Klopt, daarom zijn we nog hier. Wietze legt uit dat we wel hoog aan de wind kunnen, maar dat het dan allemaal wat schever gaat hangen. Een demootje lijkt hem op dat moment wel geschikt. Hij legt de boot hoger en Oscar en ik sleuren de schoten aan. Anna Caroline zet aan voor de sprint en gaat lekker op één oor liggen. Ik sta in het gangboord en heb in no-time natte voeten. Water in het gangboord! Dat is even geleden. Als ik de kuip in klauter, vraagt Monica nieuwsgierig: “hoort dat zo, dat de kastjes opengaan?” Kreun, een paar deurtjes zaten toch niet goed genoeg dicht en storten de erachter liggende inhoud vrolijk over de vloer. Ik schiet naar binnen en grijp een plastic bak. Hup, alles daar maar even in. Vrolijk hoor ik Wietze buiten ‘ree’ roepen en ratelt de stuurboordslier. Wham, een ander deurtje open. Een regen van blikjes kan ik keurig in de bak opvangen. O, wat ben ik blij met dit testrondje!

Even later is de rust weergekeerd en varen we met het windje mee de rivier op. Keuvelend over Chili, de toekomst en over Nederland. En vooral niet over deze laatste keer. Terwijl ik een ‘pan de alta mar’ (brood voor op zee) laat proeven om de zee-beleving compleet te maken, fluistert het water langs de romp. Een rondje langs de stad en dan naar de jachthaven. Meteen piept mijn telefoon. Rixta bleek haar ‘laatste keer op de berg’ te doen op het moment dat we daar langsvoeren. Prachtige foto’s op mijn schermpje.

Dan staan we bij de auto. Armen om elkaar heen, dikke kelen. “We zien elkaar weer, ik kom jullie in Australië opzoeken” zegt ze dapper. “Afgesproken” roepen we in koor. “Van alle laatste keren was dit de moeilijkste “ zeg ik tegen Wietze als we even later terug lopen naar de boot. “Maar wát een dag!” zegt Wietze blij. En daar heeft hij gelijk in.

Valdivia, Chili, januari 2016

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten