Actueel

Solo terug aan boord

16:30

Een solozeiler die overboord valt, heeft weinig kans zichzelf te redden – zo is de heersende mening. Dat is niet per se waar, weet Peter Schermer inmiddels. Als fervent solozeiler wil hij weten wat hij moet doen als het noodlot toeslaat: “Overboord gaan is een no-go. Ik lijn mezelf meestal aan. Maar wat als ik over de muur ga? Ik wil weten wat ik dan moet doen.”

Iedere solozeiler kent het gevaar van overboord slaan. De eerste keer dat ik dit gevaar ook daadwerkelijk voelde, was tijdens een solozeiltocht met mijn Victoire 22 van Vlieland naar het Deense Thyborøn. Het was midden in de nacht en er stond een stevige zuidelijke wind. In het pikkedonker zat ik op het gladde dek, om het voorzeil te verwisselen voor een kleinere. Toen ik de genua liet zakken, drukten de achterop komende golven mijn boot uit de koers. Moeizaam kwam het zeil als een prop langs de voorstag naar beneden. Mijn stuurautomaat kon de abrupte bewegingen niet te baas blijven en mijn 22-voeter loefde op. Het enige wat ik kon doen was afwachten wat mijn boot zou gaan doen. Met een voet tegen de preekstoel, hield ik me stevig vast aan de lage reling en het lukte me om aan dek te blijven. Ik was weliswaar aangelijnd, maar die angst om door een verkeerde beweging uit te glijden over het gladde dek voel ik nu nog.

Is via de zwemtrap terug aan boord klimmen een goede optie? (c) Riemer Witteveen

Eerste keer overboord

Misschien herinner je je nog onze eerste test van solo overboord (zie ook Zeilen 10/2017)? Bij deze korte test lag de focus vooral op de vraag ‘hoe kom ik solo weer terug aan boord met de middelen die ik doorgaans gebruik?’
Standaard draag ik aan boord een opblaasbaar reddingsvest (275mn) met daaraan een rekvrije lifeline met twee haken. Bij een iets kouder en natter weertype trek ik ook een dun droogpak aan onder mijn zeilbroek en zeiljas. Door het gangboord loopt een lijn, van voor tot naast de kuip, binnen de verstaging door, om mezelf aan vast te haken. We probeerden drie scenario’s uit: lage snelheid met het reddingsvest niet opgeblazen, lage snelheid met het reddingsvest wel opgeblazen en hoge snelheid met een opgeblazen reddingsvest. Een nuttige exercitie, waarbij ik een aantal wijze lessen leerde.

De test zette me aan het denken. Tot drie knopen snelheid kan ik mezelf rechtstreeks weer aan boord hijsen. Dat komt mede doordat mijn lifelines zo’n zestig centimeter lang zijn en ik daarom tot mijn middel in het water hang.
Bij hogere snelheden ondervindt mijn lichaam te veel weerstand; eigenhandig aan boord klimmen is bij een snelheid van 5,5 knoop niet meer mogelijk. Wat wel lukt is om – met de dubbele haak vanaf de plek waar ik midscheeps overboord ga – aangelijnd mezelf langs de boot naar achter te manoeuvreren, waar de zwemtrap hangt. Echter, als ik in het water hang, ontdek ik dat het echt onmogelijk is om, bij een varend schip, je voet op de zwemtrap te krijgen.

Zeilen 2-2019Zeilen 02/2019

Wil je weten hoe de test voor Peter verloopt? En wat hij aanbeveelt na zijn bevindingen? Je leest het in Zeilen 02/2019! Koop het nummer hier in de webshop. De editie is ook tot 21 februari in de winkel verkrijgbaar.

Omslagfoto: Riemer Witteveen
Tekst: Peter Schermer

Tags: , Last modified: 30 januari 2019
Sluiten