Op reis

Janneke Brouwer: Gered op de Stille Oceaan

16:31

Kortgeleden berichtten we over een Nederlandse zeilster, Janneke Brouwer, die op de Stille Oceaan werd gered, na problemen met beide roeren aan boord van Taya. Op Facebook werd hevig gespeculeerd over wat er gebeurd zou kunnen zijn. Hier het hele verhaal.

De boot ‘Taya’

Mijn reis begon nadat ik vorig jaar mijn studio in Amsterdam verkocht had. Mijn doel was een grotere woning met een kleine tuin. Dit plan veranderde toen ik mijn ex-vriend Kevin ontmoette. Hij vertelde dat hij een wereldreis wilde maken en ik besloot met hem mee te gaan. De verkoop van mijn huis maakte het financieel mogelijk om te reizen en ik besloot van mijn wereldreis een boek te gaan schrijven. Het verhaal van een 30-jarige vrouw die op zoek gaat naar wat echt belangrijk is in het leven en haar zoektocht, belevenissen en gedachten deelt via haar verhalen. We vertrokken eind mei 2017 en na drie weken reizen beëindigde ik de relatie met Kevin, we bleven uit nog even samen reizen maar in Nieuw-Zeeland wilde ik alleen zijn. Via de Facebookgroep ‘Wereldvrouwen’ vond ik een kamer bij Jennifer, een Nederlandse vrouw die inmiddels tien jaar in Nieuw-Zeeland woont met haar Maori man Warren en haar 5-jarig zoontje Jaykob. Ze hielp me met het kopen van een auto en ik vond werk in haar favoriete restaurant Alfresco’s. Daar sprak ik de twee Nederlandse zeilers Janneke en Wietze die mij vertelden over Alan zijn zoektocht naar een bemanningslid. Later bevestigden een paar oudere zeilers uit Russell, Eddy Scott en Jim & Terry Cottier, dat Alan goed voorbereid was en Taya een sterke boot was. Het zou een spannende reis worden, een levens-veranderende ervaring en ik mocht rekenen op zo’n twee tot drie heftige stormen op dit stuk.

Het leven op zee

Janneke en schipper Alan

Na ruim twee weken nadenken besloot ik mee te gaan. Samen vertrokken we vanaf Opua, een kleine haven in het noorden van Nieuw-Zeeland. De eerste week werd ik zeeziek maar gelukkig was dat na ongeveer vijf dagen over. Op maandag 8 januari moest Alan drie keer naar de top van de mast klimmen om een vastgelopen grootzeilval los te maken. We besloten na de tweede keer om een block naar de top van de mast te hijsen en op die positie vast te maken. Daardoor haalden we een nieuwe lijn voor het grootzeil zodat we die, buiten de mast om, zonder risico’s op blokkades konden hijsen en neerhalen. Na een paar dagen kwamen we er ook achter dat de watermaker niet werkte. Deze was in Nieuw-Zeeland nog helemaal nagekeken maar er kwam geen water uit. We hadden voldoende water maar moesten uit voorzorg wel zuinig zijn. Vanaf dat moment besloten we de afwas te doen met zeewater, wisten we dat we onze kleding niet zouden kunnen wassen en zat er ook geen zoetwaterdouche meer in. We gebruikten vochtige doekjes en ik maakte gebruik van inlegkruisjes om toch een dagelijks fris gevoel te hebben. We hadden vooral veel lol met elkaar over wie het ergste stonk en wie het langste niet gedoucht had.

Inmiddels wist ik hoe ik Taya moest besturen, de zeilen moest hijsen en kon ik met gemak midden in de nacht met 20 knopen wind een rif leggen.

– Janneke Brouwer

Alan vertelde me dat we westenwinden zouden moeten hebben maar de weersomstandigheden waren niet zoals verwacht. De lage- en hogedrukgebieden bevonden zich niet op de verwachtte posities en we konden niet makkelijk afdalen naar de ‘Roaring Fourties’. Op 20 januari was het zelfs zo rustig dat we konden gaan zwemmen. Dit combineerden we natuurlijk met een ‘douche’. Op maandag 22 januari, dag 18, waren we eindelijk op 40 graden zuid en 153 graden west. En dat merkten we. Het was grijs, donker, koud en nat met een luchtvochtigheid van 99%. De super-blauwe-bloedmaan en eclips hadden we helaas ook niet kunnen zien omdat de lucht volledig bewolkt was. De week erna, op woensdag 31 januari, waren we eindelijk op de helft! We staken ’s avonds een flair aan om het te vieren. Voor mijn gevoel ging het allemaal nog erg makkelijk. We hadden wekenlang geen boot gezien en genoten erg van de zee, de stilte, de zonsondergang en soms van de prachtige sterrenhemel. Inmiddels wist ik hoe ik Taya moest besturen, de zeilen moest hijsen en kon ik met gemak midden in de nacht met 20 knopen wind een rif leggen.

Einde van een jongensdroom?

Het logboek meldt: Roer verloren

Op woensdagochtend 7 februari (dag 34) merkten we dat overstag gaan niet lukte. Alan kwam erachter dat we ons stuurboord roer verloren hadden. Iets wat je op zo’n moment niet kunt geloven. Alan stuurde direct een email naar zijn vrouw en daarna gingen we in overleg. Met het roer aan bakboordzijde zouden we misschien nog naar Kaap Hoorn kunnen varen maar daarna zou het erg lastig worden om aan land te gaan in de Falkland Eilanden. Het risico op storm was nog steeds groot en we wisten we niet hoe met één roer daarop zou reageren. Het was geen eenvoudige beslissing maar de droom was voor Alan hier ten einde. We besloten na onze koers te wijzigen naar Puerto Montt in Chili. Dat betekende ook dat Kaap Hoorn dit jaar niet meer zou lukken. Als we het roer zouden laten maken in Puerto Montt zou het bijna herfst worden en wordt het kouder en zijn de weersomstandigheden niet geschikt om rond Kaap Hoorn te zeilen. Wellicht zou Alan de reis volgend jaar nog kunnen proberen maar de kosten voor zo’n reis zijn hoog en zijn vrouw zat dit jaar al maandenlang alleen thuis. Ze had begrip voor zijn droom maar moest hem al die tijd missen. Ook Alan had het er moeilijk mee. Het liefst zou hij de reis met haar maken maar helaas was een oversteek voor Katy, zoals voor velen onder ons, niet weggelegd. De angst voor wat er zou kunnen gebeuren was bij haar meer aanwezig dan bij ons. Het was dus onzeker of hij zijn jongensdroom nu ooit nog waar zou kunnen maken.

Storm

Vrijdag 16 februari kwamen we terecht in het midden van een storm met 56 knopen. We hadden geprobeerd de storm te ontwijken maar hadden blijkbaar de verkeerde beslissing genomen. De avond ervoor had Alan een Jordon series drogue (zee-anker) aan de achterkant van Taya het water ingelaten en de meeste onderdelen van de windpilot verwijderd zodat deze niet zou beschadigen. We waren er klaar voor en de wind werd steeds sterker. Zo tussen 6:00 uur en 18:00 uur kwam de storm over ons en rond lunchtijd zaten we er middenin. Na een enorme golf hoorden we ineens iets. De drogue was door de kracht van de golf te er naar voren gegaan en was om ons enig overgebleven roer gehaakt! Zonder twijfel besloten we snel onze kleding en laarzen aan te trekken, ons harnas om te doen en gingen we de kuip in. Alan had een lijn vastgemaakt aan het touw van de drogue aan bakboordzijde zodat we deze niet zouden verliezen. De lijn trok hij om het roer waarna hij de drogue aan bakboordzijde los haalde van Taya. Hij stond op zo’n 30 centimeter aan de achter- en buitenkant van de kuip terwijl hij dit deed en ik stond klaar om hem aan boord te trekken als hij zou uitglijden. Toen ik de enorme kracht zag van het touw van de drogue was ik verbaasd dat Alan het nog steeds vasthield. Hij kreeg het zelfs voor elkaar om het touw weer vast te knopen aan Taya. Ongelooflijk wat adrenaline met een mens kan doen! De dag na de storm, toen de wind gedaald was tot 26 knopen haalde Alan alleen de drogue weer in de boot. Hij maakte gebruik van de lieren aan beide kanten om stuk voor stuk de drogue-lijnen binnen te halen. Er waren zo’n 15 kegels gescheurd maar de overige 85 waren nog in orde. Op zondag 18 februari deden we wat kleine reparaties. De drogue had de hydrogenerator en de windpilot beschadigd en er waren een paar bouten los van de autopilot waardoor er een beetje water naar binnen stroomde. Na de reparaties gingen we verder.

Op dinsdag 20 februari kwam bij mij het besef. Nog maar 800 miles te gaan. Het zou nog ongeveer een week duren voordat we aan land zouden komen. Ik was van de zee gaan houden. De stille, ruige, mooie, lieve, wilde, sterke, grijze, blauwe, grote oceaan. Vroeger was het een troost vanaf het strand. Heerlijk uitwaaien en genieten van het eindeloze uitzicht en de prachtige horizon. Nu is het een liefde geworden. Vluchten van de werkelijkheid, een zijn met de natuur, rust en tijd om na te denken. Ik zou haar stilte missen, haar sterrenhemel en haar sterke wind die de zeilen van Taya vulden. Die avond stond ik wel een uur in de kuip met de zon op mijn rug voor me uit te staren. Ik keek naar de zee, naar Taya, naar de zeilen, naar de lucht, de vogels en de horizon en ik werd er emotioneel van. Twee tranen rolden over mijn wang. Het was zo prachtig. De wereld is zo mooi en zoveel mensen beseffen dat niet. De natuur is waardevol en ik zong die avond het lied dat ik eerder had geschreven:

Mens ik heb je lief,
Wereld ik heb je lief.
Zorg goed voor haar,
Wees lief voor elkaar

Stuurloos

Kort nadat ik mijn verhaal had geschreven vertelde Alan dat we het tweede roer verloren hadden. Het bakboord roer was ook weg. Het leek alsof het recht was afgezaagd, net zoals bij de andere kant. Deze keer geloofde ik het echt niet. Het was onwerkelijk. Ik vroeg hem meerdere keren of hij het wel goed gezien had. Maar het was echt… we waren stuurloos. Alan schreef rond 21:50 uur een bericht aan zijn vrouw en aan Peter van ‘The Pacific Seafaerersnet’ waar we elke dag om 03:00 uur UTC ons rapport aan gaven over onze positie en de weersomstandigheden. We besloten de volgende ochtend een poging te doen om met een klein zee-anker te sturen. Dat werkte.

Sturen met een zeeanker werkt.

We konden met een snelheid van zo’n 3 knopen redelijk goed onze koers vasthouden naar Valdivia. Valdivia was eenvoudiger dan Puerto Montt omdat er minder stroming is. Samen dachten we dat we dit de komende twee tot drie weken nog wel vol konden houden. We zouden het weer goed in de gaten moeten houden zodat we op tijd hulp konden vragen wanneer het te gevaarlijk werd. Maar rond 9:00 uur, na het testen en overleggen lazen we in een email van de MRCC dat er een Chinees vrachtschip, de Nanjing Express, onderweg was naar ons. Ze schreven dat er een aantal stormen aan zouden komen en dat dit onze enige kans was. Hierna zou het erg lang duren voordat er weer een schip op onze route zou zijn.

Hulp of geen hulp

De Nanjing Express had die ochtend rond 3:40 uur bericht gekregen dat wij zonder roer 230 miles ten zuid-westen van hun waren en hadden om 6:00 uur hun koers gewijzigd naar ons. Ze waren met een leeg schip onderweg van Noord-China naar Corral om daar het schip vol te laden met houtsnippers. Alan moest beslissen of hij de hulp van het schip wilde accepteren of niet. Voor de duidelijkheid: Als we de hulp zouden accepteren zouden we Taya verlaten en moeten laten zinken. Jarenlang werk, voorbereiding, herinneringen en ontzettend veel waarde aan spullen zou naar de bodem van de oceaan gaan. Alan schreef in een mail naar zijn vrouw Katy de volgende vijf redenen:

  1. De komende dagen zijn er geen andere schepen in de buurt om hulp te bieden en ook al werkt het sturen met de drugue in de huidige weersomstandigheden, we hebben frontale weersystemen in het vooruitzicht met windstoten van 45 knopen.
  2. Ik ben verantwoordelijk voor Janneke haar leven. En ook al was ze nog steeds gewillig om door te gaan, de risico’s zijn significant hoewel niet onoverkomelijk.
  3. Vrienden en familie hoeven zich geen zorgen maken over onze veiligheid de komende twee tot drie weken.
  4. De kustwacht heeft inmiddels al een schip zijn koers laten wijzigen om ons hulp te bieden. Ze weten wat ze doen en hun mening is extreem belangrijk.
  5. Vanuit financieel oogpunt, ook al is het een groot verlies, als ik de actuele waarde van de boot, de reparatiekosten en de reis naar huis bereken is het verlies dragelijk.

Een diepe zucht

Hij vond de beslissing verschrikkelijk om te maken maar het was waarschijnlijk de juiste. Taya was nog steeds sterk en waarschijnlijk konden we nog best een storm overleven met gebruik van de drogue maar dit was de verstandige keuze. Nu was het rustig en konden we veilig aan boord gaan van de Nanjing Express. Nadat hij zijn email geschreven had ging hij in de saloon zitten op de bank, leunde achterover in het kussen en sloot zijn ogen. We spraken niet veel. Mijn gevoel werd uitgeschakeld en ik probeerde uit te zoeken wat ik mee kon nemen. Eerst probeerde ik mijn grote backpack zo klein mogelijk te maken en daar de meest belangrijke spullen te doen, maar dat was te zwaar. Daarmee kon ik niet eenvoudig een touwladder opklimmen. We besloten alleen een kleine backpack mee te nemen en ik begon foto’s te nemen van dingen die ik niet mee kon nemen. Kaartjes, brieven, een duik-logboek, kleding en de Bijbel die ik van mijn vader gekregen had. Terwijl ik aan het selecteren was bleef Alan liggen. Tot ik hem vroeg of hij niet wilde uitzoeken wat hij mee wilde nemen. Ik stelde voor ook voor hem nog foto’s te maken van dingen die hij achter moest laten. Na een diepe zucht begon hij ook met het inpakken van zijn tas.

Langszij

Rond 23:30 uur was de Nanjing Express bij ons. We zagen het schip al van grote afstand. Het was een rustige avond. Alan had het zeil nog steeds gehesen en we schenen met een felle lamp op het zeil zodat ze goed konden zien waar we waren en waar de voorkant was. Ze kwamen van het noord noord-oosten en Taya lag met de voorkant naar het westen. Voor de zekerheid deed Alan de motor aan zodat we, als het nodig was, naar achteren konden gaan. Mijn hart begon sneller te kloppen terwijl het schip steeds dichterbij kwam. We zagen dat het schip leeg was en we een lange weg te gaan hadden om boven op het dek te komen. De bemanning was foto’s aan het maken we hoorden wat Chinees geschreeuw.

De kapitein (master) vroeg ons of we een lijn hadden van 50 meter die ze omhoog konden halen. Alan maakte het ankertouw vast aan de voor- en achterkant van Taya. We waren beide erg oplettend dat deze niet per ongeluk nog ergens achter zou haken en Alan telde zo’n 80 meter. Toen het schip op een paar meter afstand was gooiden ze een lijn met een zware bal naar ons toe. Alan maakte deze vast aan ons ankertouw en we bevestigden dat ze het omhoog konden halen. We lagen nu aan bakboordzijde aan de voorkant van het schip en Taya schuurde langs de zijkant. Ook onze mast sloeg tegen de Nanjing Express en één van de zalingen brak. In de verte zag ik een ladder. Die hing halverwege het schip. Later hoorden we dat het schip 215 meter was dus we moesten ongeveer 100 meter naar achteren gesleept worden. Ze sneden ons ankertouw door en trokken ons naar achteren met het touw dat aan de achterkant van Taya vastzat. Tijdens deze manoeuvre gebruikten ze de boegschroeven een aantal keren om meer afstand te creëren tussen hen en ons. Ook al was het rustig, soms gingen wij omlaag in een golf en ging de Nanjing Express omhoog. Deze contra-beweging zorgde ervoor dat we soms het groene alg konden zien aan de onderkant van het schip terwijl de ladder op dat moment ongeveer 4 meter boven ons hing en even later zagen we het touwladder op gelijke hoogte als ons dek.

Ze brachten ons te ver naar achteren waardoor de ladder vlak voor de mast hing. Ze brachten een touw naar beneden waaraan Alan onze rugzakken vastmaakte. Deze trokken ze omhoog en daarna kwam het touw weer naar beneden. We beseften dat we wel een reddingsvest maar geen harnas om hadden. Snel trok ik een harnas aan en maakte Alan mij vast aan het touw. Daarna zag Alan dat de windgenerator vlak naast de ladder tegen het schip sloeg en hij stopte deze. Mijn hart ging tekeer. Het was donker. We hadden verlichting van onze hoofdlampen en vanaf de Nanjing Express schenen ze vanaf 14 meter hoogte naar beneden. Mijn focus was op het touwladder.

Beeld: Janneke Brouwer

Alan en Janneke na de redding.

Tags: Last modified: 22 april 2021
Sluiten