Onderhoud & klussen

De eeuwige strijd tegen aangroei

23:19

In de loop der tijd is er veel veranderd in de manier waarop bootbezitters het onderwaterschip van hun geliefde vaartuig schoon houden. Van het behandelen met koper, pek en teer tot het gebruik van moderne antifoulings. Winnen van de natuur blijft lastig, zo niet onmogelijk. Zo leert de geschiedenis tot nu toe.

Antifouling2Flora en fauna op de scheepshuid verschillen sterk van aard. In eerste instantie is er veelal sprake van algen en bacterieslijmen die de weg banen voor ernstigere en grotere plangen en schelpdieren, met als absolute aangroeikoning de zeepok. Aangroei varieert per seizoen, vaargebied, duur van blootstelling en de bescherming van de scheepshuid. Gebieden zonder aangroei bestaan niet.Het zaad van veel aangroei-organismen drijft in gigantische hoeveelheden rond in de wereldzeeën. Het draagt weliswaar bij aan het leven in zee, maar is tegelijkertijd op veel vlakken een blok aan het been. Zo zorgde het vroeger voor aantasting van de houten scheepshuid; het beperkte noodzakelijke manoeuvreerbaarheid, waardoor zeeslagen konden worden verloren. Ook onze boten zijn gebaat bij een schoon onderwaterschip, omdat we – zeker als we ook wedstrijdzeilen – graag de maximale snelheid uit ons jacht willen halen en anderzijds omdat we niet al te veel geld aan brandstof willen uitgeven. Gemiddelde aangroei – van slijmlaag tot harde aangroei – kan zes tot vierentwintig procent meer brandstofverbruik veroorzaken.

Antifouling3Huidverzorging door de eeuwen heen

De eerste beschermingmethoden stammen, voor zover bekend, uit de oudheid. Zo gebruikten de Carthagers voor hun vaartuigen al pek en teer en koperen of loden bekleding. Later werd olie met arseen en zwavel gebruikt. De Vikingen gebruikten aan het begin van de jaartelling voornamelijk pek, maar krabden hun relatief kleine schepen ook gewoon schoon.

Ook in de middeleeuwen is voornamelijk pek gebruikt. Pas laat in de achttiende eeuw ging de Britse marine op grote schaal koperen bekleding gebruiken tegen aangroei. Met de komst van ijzeren schepen werd dat problematisch – in verband met galvanische corrosie – en probeerden de scheepsbouwers de twee metalen te isoleren door middel van hout, kurk of vilt. Halverwege de negentiende eeuw werd er voor het eerst een mengsel van onder andere koperoxide, arseen en kwikoxide op schepen gesmeerd. Met de komst van verflagen die het koper van de ijzeren rompen konden scheiden, werd de basis gelegd voor het hedendaags gebruik van koperhoudende antifoulings.

Actieve bescherming van de huid

De inzet van koper tegen aangroei wordt vaak gezien als de eerste inzet van biociden in de strijd tegen aangroei. In principe is een biocide een stof die levende organismen doodt. Het gebruik is daarom ook wijdverspreid in de conventionele landbouw. In antifouling logen koper en meestal een andere biocide langzaam het water in en voorkomen zo dat organismen zich kunnen hechten. Dit is actieve bescherming, doordat het koper en de biocide steeds verder oplossen en uiteindelijk volledig uit de opgebrachte laag verdwijnen.

In de hedendaagse antifoulings beslaat het koperbestanddeel gemiddeld veertig procent of minder en werkt het als een aanjager voor toegevoegde biociden, die daardoor nog effectiever werken tegen aangroei.

Hard en zelfslijpend

Het overgrote deel van de antifoulings dat op de markt te koop is voor particulieren valt onder te verdelen in harde en zelfslijpende soorten. Bij harde antifouling lossen de biociden op en verdwijnen in het water na hun taak te hebben verricht. Een laag blijft over van restdelen van verschillende soorten epoxy’s, harsen, oplosmiddelen en pigmenten, die geen actieve bescherming meer biedt tegen aangroei. Zelfslijpende antifouling daarentegen lost in zijn geheel op, totdat de volledige laag of lagen zijn opgelost en de primer of gelcoat tevoorschijn komt. Bij beide antifoulings lossen de biociden op over een bepaalde periode en beide antifoulings hebben een bepaalde gevoeligheid voor langsstromend water. Welke toegepast kan worden voor zeilboten hangt dus af van de manier waarop de boot wordt gebruikt maar ook van het vaargebied. Een zeilboot die voornamelijk in de box ligt in een aangroeigevoelig gebied zal een agressievere bescherming nodig hebben dan een veelgebruikte racer die vaart op wateren waar de aangroei minimaal is. Alle andere omstandigheden daargelaten zou de eerste eigenaar het best kunnen kiezen voor de zelfslijpende variant, die ook zonder veel beweging constant biociden afscheidt. De tweede eigenaar doet er goed aan te kiezen voor de harde antifouling, die langzaam biociden afscheidt. De kwaliteit van de antifouling is afhankelijk van hoe gecontroleerd de biociden het product verlaten, waarbij een minder goede variant sterk piekt en daalt in de afgifte en een product van hoge kwaliteit juist gestaag afgeeft zonder pieken of dalen en zo gemiddeld langer de juiste hoeveelheid biociden afstoot. Ook de overweging om de boot wel of niet uit het water te takelen is belangrijk bij de keuze van het soort antifouling. Het schema hieronder geeft een indicatie wat er op uw onderwaterschip gesmeerd zou kunnen worden.

Alternatieven in de markt

Een alternatief voor het gebruik van relatief vervuilende antifouling producten is de inzet van zogeheten fouling-release coatings. Deze verfsystemen zijn biocidevrij en gebaseerd op siliconenpolymeren. De werking is gestoeld op lage oppervlaktespanning waardoor water, maar ook aangroei gemakkelijk langs het schip stroomt en weinig kans krijgt te hechten. Een goed alternatief voor actieve zeilers. Wanneer er na verloop van tijd daadwerkelijk aangroei ontstaat, is dit gemakkelijk te verwijderen. De boot hoeft in principe het water niet uit als een mechanisch borstelsysteem voorhanden is. Fouling-release producten moeten meestal professioneel worden aangebracht om het gewenste effect te verkrijgen.

Alternatieven in ontwikkeling

De strenger wordende regelgeving voor het gebruik van biociden heeft ertoe geleid dat er veel onderzoek wordt gedaan naar alternatieve middelen tegen aangroei. In Nederland doet TNO veel onderzoek, naar bijvoorbeeld coatings met stekeltjes, gifvrije, zelfslijpende coatings, biologische bestrijding met natuurlijke vijanden en elektrische antifouling. Ook elders in Europa op universiteiten en onderzoekscentra zijn initiatieven gestart met onder andere bacteriën, schimmels, zaden en namaak-haaienhuiden. De algemene insteek is dat het gebruik van natuurlijke stoffen of vijanden, die gericht aangroei bestrijden, in de toekomst de plaats innemen van non-discriminerende gifstoffen zoals biociden.

RegelsAntifouling4

Door de verstorende effecten van biociden op het milieu, zoals verstoring van de voortplantingen hormoonhuishouding in fauna, is het gebruik ervan vanuit de Europese Unie streng gereguleerd. Toch zijn er nog verschillende gaten en kieren in de verschillende interpretaties en de naleving van de Europese richtlijnen. Producenten, distributeurs, maar ook watersporters maken hier gretig gebruik van, waardoor er nog steeds producten op boten worden gesmeerd die niet goedgekeurd zijn voor de Nederlandse markt.

Het onderscheid van producten die door particulieren of louter door professionals van gecertificeerde bedrijven aangebracht mogen worden – doordat dit door de giftigheid in een gecontroleerde omgeving dient aangebracht te worden – wordt ook vaak door de vingers gezien. Het College voor de toelating van gewasbestrijdingsmiddelen en biociden, het CTGB, ziet de naleving van de regels voor het gebruik van biociden in de watersport niet als prioriteit. De VROM-inspectie is belast met het controleren van de naleving ervan. Gezien het kleine aandeel van biociden in antifoulings in vergelijking met bijvoorbeeld de landbouw, is de controle minimaal. Mocht men worden betrapt: het gebruik van niet-toegestane biociden wordt gezien als een milieudelict, waarop het strafrecht toepasbaar is.

Antifouling5Afwegingen

Het gebruik van antifouling blijft tweezijdig, omdat aangroei uiteindelijk altijd weer de kop opsteekt. Het is dus meer een vraag van beheersing dan van voorkoming of uitroeiing. Hoe giftig moeten we een antifouling product maken om weinig of geen aandacht te hoeven besteden aan het schoonhouden van het onderwaterschip? Zouden we vaker mechanisch moeten reinigen? Deze vraag zal de eigenaar van een superjacht anders beantwoorden dan die van een jacht of een open zeilbootje. Moet lood op zout water wel en op zoet water juist niet toegestaan worden? Zouden alle antifoulings verplicht in een gecontroleerde omgeving moeten worden aangebracht? Een verfsysteem is immers maar zo goed als zijn zwakste laag en de kans dat er iets fout gaat bij doe-het-zelvers is vele malen groter dan bij professionals.

Last modified: 6 mei 2021
Sluiten