Reisverhalen

Column Anna: Stads feest

08:00

“Doe normaal” sist Wietze. Ik sta helemaal enthousiast op de groenteafdeling van de supermarkt. “Maar kijk dan toch” kwetter ik. “Tomáten! Komkommer! Sla!” Het is tien weken geleden dat ik voor het laatst een supermarkt van binnen zag. Onze Amerikaanse verse groenten waren na vier weken vrijwel op. Onderweg sprongen we al een gat in de lucht als we ergens op één van de eilanden een aardappel, wortel of ui konden krijgen. Van gekkigheid weet ik niet wat ik moet kiezen, het ziet er allemaal heerlijk uit. Maar we waren gewaarschuwd. In Pape’ete, de hoofdstad van Tahiti en ook van heel Frans Polynesië, zijn de prijzen schrikbarend hoog. Zorgvuldig zoek ik wat lekkere dingen uit en probeer de rest zoveel mogelijk te negeren. De Franse kaasjes, de sappige biefstukken, de flessen wijn: allemaal moeten ze wachten tot we een strikt boodschappenbudget vastgesteld hebben.

 

Terug in de stad

Met de buit én een knapperige baguette lopen we terug naar de boot. We zijn nu twee dagen in Pape’ete en het is heerlijk. Na alle moois op de afgelegen eilanden is het zo lekker om weer in een stad te zijn. Druk, herrie, muziek, verkeer: we nemen het allemaal in ons op. Pape’ete is een relatief kleine plaats en het is erg overzichtelijk. Al snel weten we de weg en lopen uren in de schaduw van enorme bomen te genieten van mooie oude gebouwen, etalages, grote markt, terrasjes en een pleintje met roulottes: kleine foodtrucks met uitklaptafeltjes er omheen.

Midden in de stad heeft de gemeente een jachthaventje aangelegd. Wie het eerst komt, die het eerst maalt, dus we kunnen ons geluk niet op als we er een plekje kunnen bemachtigen. Het wordt alleen maar mooier als er fraaie douches en wasmachines op het havenkantoor blijken te zijn. En wifi. ’s Nachts is het water tussen onze boot en de kant verlicht. Er is een soort aquarium gemaakt en dat trekt veel bekijks. We liggen op A1-locatie en hebben de hele dag aanspraak. Vrijwel iedereen die door de Pacific vaart, maakt een stop op Tahiti. De hele dag heb je een soort reünie-gevoel: mensen die we jaren geleden ontmoetten, lopen we hier weer tegen het lijf. Je hoofd tolt van de talen die we door elkaar spreken.

 

 

Honorair consul

Ik maak met het verse lekkers uit de supermarkt een uitgebreide lunch klaar, want we krijgen vandaag Robert Visser op bezoek. Hij is een succesvolle ondernemer in de sporteducatie. Honderden Tahitiaanse kinderen worden onder zijn leiding aan het bewegen gezet. Maar nog belangrijker: hij is de honorair consul voor Nederland in Frans Polynesië. Lenig stapt hij aan boord en onder ons zonnetentje zitten we uren te praten. Hij is al vijf jaar honorair consul en heeft inmiddels al het nodige meegemaakt. We vragen of hij tips heeft voor zeilers? “Kom  vooral naar Frans Polynesië en neem de tijd. Er is hier veel te zien en te beleven” is zijn eerste reactie. En dan een grijns: “en laat je paspoort niet in het water vallen”. We kijken hem vragend aan. Hij vertelt over een zeiler die in het Panamakanaal zijn paspoort in het water had laten vallen. Ondanks dat zeilde hij naar Tahiti en dacht daar bij de honorair consul een tijdelijk paspoort te kunnen regelen. “Maar dat kan niet meer” legt Robert uit. “Voor het maken van een paspoort is een machine nodig om de biometrische gegevens op te nemen. Die machines zijn alleen te vinden op ambassades of op consulaten-generaal.” Ik probeer me de dichtstbijzijnde ambassade voor de geest te halen. Hij ziet me denken. “Ja, dat is van hieruit dus San Francisco, Wellington of Sydney. Daar moet je zelf naar toe”. Wietze vraagt: “maar hoe kom je het land uit als je geen paspoort meer hebt?” “Daar kan ik een laisssez-passer document voor maken” legt Robert geduldig uit. “Daarmee kom je hier het land uit. Maar niet elk land laat je daarmee binnen. De VS bijvoorbeeld niet. Je moet dus goed uitzoeken of dat kan en of je feitelijk een ambassade kunt bereiken. Daarna gaat het snel: binnen een week zou je je nieuwe paspoort moeten hebben”. Daar zijn we even stil van. Het verliezen van je paspoort in dit soort gebieden is een serieus probleem.

Robert meldt dat hij het in al die jaren nog maar één keer meegemaakt heeft. “Verder hebben zeilers hun zaakjes goed voor elkaar en doppen hun eigen boontjes wel. Ik hoor of zie weinig problemen.” Mooi. We praten over de relatief kleine Nederlandse gemeenschap hier. Er is een aantal grote Nederlandse bedrijven, maar verder blijkt veel vanuit Frankrijk bestierd te worden en is het dus overwegend een Frans feestje. “Wat raad je zeilers aan om te doen als ze hier in de toekomst naar toe willen komen?” vraag ik nog. “Politiek gezien zijn er ontwikkelingen richting de onafhankelijkheid van Frans Polynesië. Als dat gebeurt, zal de levensstandaard hier wel wijzigen. Dat kan invloed hebben op bijvoorbeeld veiligheid. Het is dus wel verstandig om het reisadvies van het Ministerie van Buitenlandse Zaken in de gaten te houden. En ook om andere bronnen te raadplegen” zegt hij ernstig. “Maar dat zal op de korte termijn niet gebeuren. Kom vooral hierheen om te genieten van de mooie natuur en de vriendelijke mensen”.

Verse tonijn

Een uurtje later nemen we afscheid. Wietze schiet een mooie foto van Robert bij de jachthaven. Als we hem uitgezwaaid hebben, kijkt Wietze verbaasd. “Waarom heb je je portemonnee meegenomen?” Ik probeer zo onschuldig mogelijk te kijken. “Oh, ik dacht: ik loop nog even naar de markt. Misschien zie ik nog iets lekkers”. Hoofdschuddend loopt hij terug naar de boot. Ik huppel weg. Verse tonijn! Het water loopt me al in de mond.

Pape’ete, Tahiti, Frans Polynesië, juli 2017

 

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten