Reisverhalen

Column Anna: Spoken op de wal

10:58

Column Anna
Naast Death Island ligt een cruiseschip

Wietze rekt zich uit en legt zijn boek weg. “Zullen we gaan slapen?” Ik knik. Hij staat op en stapt naar buiten om nog even een rondje over het dek te lopen. Terwijl ik de glazen in de gootsteen zet, hoor ik zijn voetstappen richting ankerlier gaan. Dan stopt hij ineens. Ik spits mijn oren, want dit is niet normaal. Mijn hart slaat een slag over als ik hem opeens drie keer op het dek hoor tikken. Dat is ons sein van: ‘nu komen, er is iets’. Ik grijp een zaklamp en ga snel naar buiten. Nog voor ik “wat is er?” kan roepen, legt Wietze me met een armgebaar het zwijgen op. Alles in zijn houding schreeuwt onrust en alertheid. Met een snufje angst. Ongerust volg ik zijn blik naar de wal en schuifel intussen muisstil naar hem toe. Dan zie ik het ook: op de kant dansen lichtjes tussen de gebouwen. Stilletjes staan we naast elkaar te kijken. Ik pak Wietzes hand. Die is ijskoud; beetje zweterig ook. De mijne voelt niet veel beter. “Het zal toch verd.. niet waar zijn?” fluistert Wietze. “Maar wat is het dan?” fluister ik terug. We blijven kijken; het is onmogelijk om wijs te worden uit wat we daar nu zien. De lichtjes groeperen zich, waaieren dan weer uit. Soms omhoog, soms omlaag. “Dat museum ging toch om vijf uur dicht?” fluistert Wietze. Ik knik. Mijn brein bevriest als ik denk aan de gids die ons vanmiddag nog rondleidde door het museum en vertelde over allerlei geruchten dat het er spookt. Wat vonden we dat grappig. Toen het nog licht was.

Gevangenis als machine

Column Anna

De kust van het gevangeniseiland is als een hek

Port Arthur is een plek die voor heel Australië van grote historische waarde is. Tegelijkertijd is het een heel zwarte bladzijde in de historie. We liggen voor anker in een mooi beschut kommetje vlakbij het dorpje. Een natuurlijke haven die zelfs met een dwarsgetuigde boot met vrijwel elke windrichting aan te lopen is. Geen wonder dat hij destijds zo populair was. Toen we hier met een dikke bries vanuit Hobart naar toe zeilden, voelde je letterlijk de luwte over je heen vallen toen we de baai invoeren.

Van de tienduizenden Britse gevangenen die vanaf 1788 naar Australië vervoerd werden, kwamen er veel in Tasmanië terecht. Degene die zich het best gedroeg bleef in de buurt van Hobart werken. Hoe slechter je je gedroeg, hoe verder weg je kwam te zitten. De beroerdste plek was in Macquarie Harbour aan de westkant van Tasmanië. Het strafkamp van de gevangenis. In afschuwelijke omstandigheden werd daar hout gekapt: enorme Huon-pijnbomen voor gebouwen en voor scheepsbouw. In Europa ontstonden nieuwe inzichten over hoe men gevangenen weer op het rechte pad kon brengen. Gouverneur Arthur besloot daarom in Port Arthur een modelgevangenis neer te zetten: op een eiland met een goede haven. “Drie keer raden hoe hij aan die naam kwam” dacht ik cynisch toen ik dat las. Alle gevangenen werden daar naar overgebracht. Hij zag het als een machine waarmee alle slechte eigenschappen uit mensen ‘gemalen’ konden worden. Ondervoeding, afbeulen, zweepslagen, eenzame opsluiting: het was er afschuwelijk. Tientallen stierven er een ongelukkige dood. Vlakbij onze ankerplek ligt Death Island waar ruim duizend mensen begraven werden.

Het spookt hier

Column Anna

De ruïnes van de gevangenis van Port Arthur

Van 1833 tot 1877 was het een gevangenis. De toevoer van gevangenen hield op en er was geen behoefte meer aan deze grootschalige aanpak. Deze geïsoleerde plek werd overgelaten aan de elementen. Wat achterbleef, waren langzaam verkruimelende gebouwen en een scheepshelling. In de afgelopen decennia werd de historische waarde van deze plek gezien en is het ontwikkeld tot een openluchtmuseum dat zo’n 350.000 bezoekers per jaar trekt. Vanmiddag waren wij onderdeel van die hordes toeristen. Hoe druk het nu in het hoogseizoen ook is, deze plek bekruipt je. Het verdrietige verleden is bijna tastbaar. Jet, die gids die ons vandaag rondleidde, had een interessant verhaal met wat eigenaardige trekjes. “Ze zeggen dat sommige mensen hier nooit weggegaan zijn” zegt hij. Zijn familie leeft al generaties lang in het kleine dorpje dat naast de gevangenis ligt. Dat dorpje telt nog geen 500 inwoners. “Hoezo nooit weggegaan?” vroeg Wietze. “Het spookt hier” zei hij. Iedereen in de groep lachte. Tuurlijk spookt het hier. Toch zag je ook wat mensen om zich heen kijken. Ondanks de zon voel je kippenvel.

Column Anna

De scheepswerf waar tientallen schepen gebouwd werden

Nu we hier aan het dek genageld staan in het donker, is het geen kippenvel meer. Het is veel erger: ik voel m’n nekharen letterlijk overeind staan. “Janneke, waar staan we nou naar te kijken?” Ik hoor dat Wietze zichzelf uit alle macht weer tot de orde roept. Ik adem uit en krijg m’n hersenen ook weer aan het werken. Dan schiet ik in de lach. “Ik weet het al! Het is de spokentour die ze elke avond om elf uur in het museum geven”.

Port Arthur, Tasmanië, Australië, januari 2019

 

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten