Reisverhalen

Column Anna: Spidermanneke

09:26

Eerlijk is eerlijk. Wietze is een heer, een held en heeft een enorm technisch inzicht. Met andere woorden: hij is altijd de pineut als er zware of ingewikkelde klussen moeten gebeuren. Ik denk altijd maar dat ik in andere dingen goed ben. Maar ondertussen ben ik erg dankbaar dat hij onze ‘voordekker’ is. Een paar jaar geleden lagen we een keer in Medemblik op een zaterdagmiddag. Er was een stikseltje los van de kluiver. Stoer meldde ik dat ik wel even omhoog zou gaan om dat vast te zetten. “Weet je het zeker?” vroeg Wietze nog. “Ja hoor” zei ik stoer. “Dan hoef jij het een keertje niet te doen”. Ik was nog niet eens bij de eerste zaling toen Wietze bijna in het water viel van het lachen. Er klonk nog slechts een piepend “Ik wil naar beneden. Nu!” Met het schaamrood op de kaken stond ik even later op het dek. Wietze klaarde de klus en ik moest het nog jarenlang horen.

Dat beeld schiet nu door mijn hoofd. Wietze staat met het bootsmanstoeltje om zijn smalle heupen op het dek. Zwemvest aan, koplamp op. Kaken strak van de spanning. Dit is het slechtst mogelijke scenario. Maar het is werkelijkheid. Hij gaat midden in de nacht, midden op de oceaan naar boven. Als hij nu piepend de pijp aan Maarten geeft, kan ik dat méér dan begrijpen. Dan maar met een mes het zeil weghalen.

Een paar dagen na ons filter-avontuur zakte de wind in de loop van de dag wat in en draaide veel gunstiger naar het oosten. We mepten elkaar blij op de schouder, aten van opluchting een rol koekjes leeg en schudden zomaar een rif uit het grootzeil. En welja, een paar uur later nog eentje. De boot bewoog lekkerder, we veerden helemaal op. Klein stukje kluiver erbij. En nog een beetje. ’s Nachts wilde Wietze bij het wisselen van de wacht nog een stukje kluiver bijzetten. Maar dat lukte niet. Muurvast. Vreemd. Dan maar even inrollen, wellicht dat hij dan makkelijker uitrolt. Niks. Vast. Wietze gaat op het voordek kijken, maar aan de trommel is niks te zien. Met de hand is die nog enigszins te draaien. Het probleem moet hem dus bij de wartel bovenin zitten. Met een sterke lamp erbij turen we omhoog, intussen wanhopig kracht zettend met beurtelings de schoot en de haallijn. Niks.

Er staat een flinke lap kluiver uit en we zijn allebei benauwd dat er straks weer zo’n enorme regenbui met harde windvlagen komt en we dus gewoon te veel zeil op hebben staan. “Het lijkt nu even wat rustiger” opper ik voorzichtig. Wietze trekt zijn donkerste gezicht en weet dat het onvermijdelijke moet gebeuren. De mast in. Hij zoekt alle mogelijke hulpstukken en gereedschap bij elkaar en ik maak intussen alles klaar om hem op te hijsen. Het mes gaat ook mee, als laatste redmiddel. Als het eenmaal zover is, haalt de wind natuurlijk weer wat aan. We kunnen alleen nog brullend met elkaar communiceren. Als hij eenmaal bovenin de mast is, zet ik de hijslijn vast en wil de veiligheidslijn doorhalen. Als ik dat naar boven brul, gebeurt er niks. Ik zie Wietze als een spin vastgeklemd zitten. Hij kan met moeite één hand loslaten om de wartel te draaien. Benen, armen, hand: alles is nodig om te zorgen dat hij niet weggeslingerd wordt van de mast. Ik word misselijk van de stress. “Valspanning eraf!” brult hij. “Trekken!” Ik vlieg naar de haallijn en draai de kluiver in. OK, die is weg. “Valspanning weer aan”. Ik sleur aan de lier. “Zakken!” brult Wietze. Ik weet niet hoe gauw ik hem weer naar beneden moet laten komen. Bij de zalingen moet hij steeds even loslaten en dat is het engste stuk. Maar dat hoor ik later pas.

Trillend staat hij even later weer op het dek. Blij dat hij het probleem gevonden heeft, maar ook geschrokken van het geweld dat zo’n nachtelijke klimpartij met zich meebrengt. We slepen alle gereedschap weer naar binnen en ruimen de spullen voor het hijsen van dek. Dan rollen we de kluiver een stukje uit en weer in. En nog een keer, maar dan iets meer. De wartel loopt nu weer goed, maar we spreken af dat we alleen nog een klein puntje kluiver gaan gebruiken. Als we even later bij zitten te komen, geef ik Wietze een dankbare kus. “Lief Spidermanneke van me” zeg ik ook nog. Dat is toch kennelijk iets te stripverhalerig voor een echte held. Gnif. En hij vertrekt doodmoe naar de loodskooi. O ja, het was zijn slaapwacht.

Stille Oceaan, op weg naar Hawaii. Mei 2016

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten