Reisverhalen

Column Anna: Sparky

09:49

Column Anna
Town Basin Marina in Whangarei

“Knal” klonk het van onder de kaartentafel. We keken elkaar gek aan. Knal? Het was in juni vorig jaar. Een heel warme dag in de Tuamotus, Frans Polynesië. De koelkast draaide overuren en we konden het amper bijbenen met onze zonnepanelen. Om de paar dagen ging het draagbare generatortje een uurtje bij om de accu’s vol te houden. En nu dus “knal” terwijl het generatortje vrolijk staat te snorren. Wietze rukt het kastje onder de kaartentafel open. Geen brand. Dan de zekering van de omvormer: die is eruit geknald. Reserve zekering erin. Weer die droge knal. “Tsja, de omvormer is dus kapot” moppert Wietze. Ik schrik me lam. Voordat we wat dan ook kunnen vervangen of repareren zijn we weken, zo niet maanden verder. Wietze komt bij me in de kuip zitten en glimlacht als hij mijn onrust merkt. “Maak je niet druk” zegt hij rustig. “Hier had ik al rekening mee gehouden”. Zoals ik al eens eerder geschreven heb: Wietze is een echte held. Althans, voor mij. En zeker als het op elektriciteit aan komt. Daar snap ik niks van en hoe hard ik ook probeer: het blijft me ontgaan hoe de watts en volts rondgaan bij ons aan boord.

Geen verwarming in de tropen

Geduldig legt Wietze uit: “we kunnen als het moet de accu’s laden met het generatortje en de losse acculader die we bij ons hebben. En weet je nog dat we dat kleine camping omvormertje meegenomen hebben? Die kan in het 12 volt stopcontact en dan kunnen we gewoon 220 maken. Kun jij je keukenmachine nog steeds gebruiken”. Knarsetandend geef ik toe dat ik treurig werd van de gedachte dat fijne machientje een tijdje niet te kunnen gebruiken. “Dus: we kunnen de verwarming niet gebruiken en we kunnen niet aan de walstroom”.  Schaterend kijken we om ons heen op de ankerplek in de tropenzon. Verwarming en walstroom hebben we de komende maanden niet nodig.

Toch vervangen

Hier in Nieuw-Zeeland kwam natuurlijk de wens om in te prikken in de walstroom wel naar boven. Maar dat leerden we snel af. Je moet een ‘warrant of fitness’ hebben voor de elektrische installatie aan boord voordat je de stekker in het walstopcontact mag steken. Daar hang een flink prijskaartje aan. En zelfs als je aan ‘soft wiring’ zou doen (gewoon een verlengsnoer inprikken), moet dat ook gekeurd worden. Die centen hielden we in onze zak. De zonnepanelen draaiden sowieso overuren, dus aan stroom geen gebrek.

Toch bleef het knagen bij Wietze. We liggen nog wel even te wachten op goed weer om naar het noorden te gaan, dus dit zou wel het moment kunnen zijn om de kapotte kast toch te vervangen. Alle houtje-touwtje oplossingen werken prima, maar een echte omvormer als back-up is toch ook niet te versmaden. Eerst overleggen we met het bedrijf in Nederland waar we het ding gekocht hebben. Of het reparabel is. Kan wel, maar hij is ouder dan vijf jaar en dan loont reparatie eigenlijk niet. “Ik raad je aan om te vervangen” zegt Peter. We zoeken dus vervolgens op internet naar goede vervangers. “Moet je zien: deze twee zijn het meest geschikt. Allebei omvormers die in Nederland gemaakt worden!” wijst Wietze naar het scherm. Daar moet je dan de halve wereld voor over zeilen.  We kiezen een apparaat uit dat robuust lijkt te zijn, bij een bedrijf dat op anderhalf uur van Whangarei zit. Mooier kan niet: ze hebben er eentje op voorraad.

Column Anna

Deskundige uitleg

We rijden erheen en één van de technische mannen legt alles geduldig uit. “Ik ga meteen ook de bekabeling vervangen; dat zit bij dit apparaat weer anders dan bij de vorige” vertelt Wietze de techneut. Die maakt nieuwe kabels op maat. Zoals altijd bij kabels trekken, willen we de kleinst mogelijke doorgang. Dikke ogen aan het einde van de kabel zijn dus niet zo handig. Als de man ons peinzend naar die ogen ziet kijken, snapt hij het probleem. Hij pakt er vier en legt ze in Wietzes hand. “Just get a local sparky to crimp ‘em lugs on”.  Kijk, dat is nu precies de reden waarom ik vaak met pen en papier in de aanslag sta als er dingen uitgelegd worden. Nieuw-Zeelands Engels heeft een paar heel bijzondere uitdrukkingen. Of liever: tussen de uitzonderingen zitten soms woorden die je herkent. ‘Togs’ is bijvoorbeeld zwemkleding. ‘Jandals’ zijn teenslippers. En een aalscholver, die elders in het Engels ‘cormorant’ heet, noemen ze hier ‘shag’. Ik noteer: ‘sparky, crimp, lugs’.

Behulpzame havenmeester

Column Anna

Havenmeester Brian helpt

Tollend van de informatie, flink wat dollars armer en sleurend aan een zware doos stappen we in de auto. Eenmaal terug in Whangarei gaan we in één streep naar het havenkantoor van de gemeentehaven Town Basin. Onze Anna Caroline heeft daar na de werfbeurt weer een plekje bemachtigd. Het is een populaire haven. Een belangrijke reden daarvoor het is team op het havenkantoor. Engelengeduld met alle worstelingen van buitenlandse wereldzeilers om dingen te repareren, te vervangen of simpelweg te begrijpen. Brian glimlacht als hij mij met m’n blocknootje ziet. “Zeg het maar” nodigt hij uit. “Just get a local sparky to crimp ‘em lugs on” herhaal ik de onbegrijpelijke zin. Brian barst in lachen uit. “Een sparky is een elektricien en lugs zijn de ogen aan de kabel”. Nu lachen we ook mee. Als een boer met kiespijn.

Wietze duikt in het kastje onder de kaartentafel. Het is natuurlijk weer een Houdini-act om alles gedemonteerd te

Column Anna

Inbouwen is een Houdini-act

krijgen en weer gemonteerd. Kabels trekken blijkt een worsteling, maar lukt uiteindelijk ook. Een medezeiler heeft een tang om de ogen erop te krijgen. Aan het einde van een zweetdag vol geworstel zet Wietze met gekruiste vingers de nieuwe omvormer aan. Een piepje, het schermpje licht op. Ja hoor, hij doet het. Ik sla mijn armen om hem heen en geef hem een kus. M’n eigen sparky.

Whangarei, Nieuw-Zeeland, juni 2018

 

 

 

 

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten