Reisverhalen

Column Anna: Rokjesdag

08:45

De ochtend van ons vertrek uit Suwarrow had het al flink moeten waaien volgens de weersverwachting. Wat rimpeltjes, maar niks dat duidde op harde wind. Twijfelend keken we elkaar aan. Toch maar even blijven? De verleiding was groot, maar we besloten toch om ankerop te gaan. Na nog drie keer met een brok in onze keel omgekeken te hebben, verdween Suwarrow een paar uur later achter de horizon. De motor deed brommend zijn werk en wij keken elkaar vragend aan. Harde wind? De hele dag kregen we briesjes van overal en nergens. Te weinig om te zeilen, dus motorzeilend ploegden we naar Samoa. Tegen de avond pikte de wind op en rond middernacht lagen we bijgedraaid. Gigantische deining, harde wind. Maar het ergste waren de buien waar zoveel woede in zat: striemende regen en windvlagen.

Chagrijnig en met holle ogen van vermoeidheid keken we de volgende ochtend naar het woeste zeelandschap om ons heen. “Nog 400 mijl te gaan” zegt Wietze optimistisch, terwijl ik probeer om een ontbijtje in elkaar te flansen in de achtbaan die de zee van onze Anna Caroline gemaakt heeft. Via het radionetje horen we vergelijkbare verhalen. Iedereen die in dit stuk zee zit heeft het zwaar. Uiteindelijk duurt het nog drie dagen. Dan kalmeert de zaak wat en kunnen we opgelucht adem halen. Alles is nog heel en de lichtjes van Samoa komen tussen de regenslierten tevoorschijn. We liggen weer bijgedraaid, maar nu om tijd te rekken tot de zon op komt. Reikhalzend kijken we uit naar nieuwe ervaringen in dit nieuwe land. Samoa.

Lavalava

Een paar uur later knopen we vast in een klein jachthaventje. Allemaal Europeanen en een Australiër; relaxed sfeertje op de steiger. De Amerikaanse zeilers gaan allemaal naar Amerikaans Samoa om inkopen te doen, dus die zal je hier niet zo gauw zien. De havenmeester geeft een brul vanaf de overkant. “Niet van de boot gaan. Immigratie, Health inspection en Douane komen naar jullie toe”. Nog geen tien minuten later wordt er op het dek geklopt. Een forse man grijnst vriendelijk. “Health inspection. Wilt u dit invullen?” Ik pak het formulier aan en nodig hem aan boord. Hoeft niet, hij wacht wel op de steiger. Snel vul ik het formulier in en geef het terug. Hij knikt en vertrekt, wapperend in de wind. Want Samoanen  dragen graag rokken. Zijn uniform is smetteloos: donkerblauwe blouse met korte mouwen, donkerblauwe lavalava. Dat is een soort wikkelrok die er wonderbaarlijk comfortabel uit ziet.

Al snel wapperen de douaniers de steiger op. Die klimmen wel aan boord en openen kastjes om te zien of we iets illegaals bij ons hebben. Al snel blijkt dat ze een ‘souvenir’ willen. Terwijl ik als een razende de formulieren invul om ze zo snel mogelijk de deur uit te krijgen, zit Wietze als een bok op de ‘souvenirs’. Uiteindelijk eisen ze een petje en vertrekken. De mannen van immigratie zijn helemaal prachtig om te zien. Het wikkelrok uniform wordt meestal elegant afgemaakt met een paar teenslippers. De immigratiemannen dragen er een soort badslippers onder. Prachtig.

Chief

Het papierwerk achter de rug, we mogen de steiger af. Uso, een kolos van een taxichauffeur, biedt aan om ons het standaard-aankomstrondje rond te rijden: geldautomaat, SIM-kaart en supermarkt. Ondanks dat hier jaarlijks minder dan 50 boten komen, weet hij vrij goed wat zeilers nodig hebben. We kopen heerlijk vers fruit en groente op een enorme markt. Uso draagt naast zijn lavalava ook een snoer met houten kralen. “Ik ben een chief” legt hij uit. De puzzelstukjes vallen op hun plaats. Ik had gelezen dat Samoa een heel oude cultuur heeft waarvan de basis ligt bij de families. Elke familie kiest een chief. Die chiefs vormen samen een dorpsraad. De voorzitters daarvan hebben weer vertegenwoordigers in het parlement. Chiefs worden gekozen voor het leven. Maar als ze het niet goed doen, wordt er een andere gekozen. Het kunnen trouwens vrouwen of mannen zijn. Ik las dat er maar liefst 18.000 chiefs zijn. De kralenketting is een teken van hun rang. We zien vele kralenkettingen zo links en rechts. Ik schiet in de lach als ik op straat een bord zie waarop de tsunami-vluchtroute staat. Zelfs het poppetje op het bord heeft een rokje aan.

Gastvrijheid

We kijken onze ogen uit. De hoofdstad Apia voelt als een gemoedelijk dorp. Op de berghellingen rondom de stad glinstert het tropisch regenwoud. Samoanen zijn grote mensen. Geen wonder dat ze het zo goed doen bij rugby. Iedereen is erg vriendelijk en rustig. De ‘fa’a Samoa’ (Samoaanse cultuur) is op heel veel dingen van toepassing. Kleding en gedrag zijn er voorbeelden van. Ze houden van rustig en beleefd zijn. Men groet elkaar overal. “Talofa!” krijgen we dan ook al snel onder de knie. “Fa’afetai” betekent ‘bedankt’ en is iets lastiger om onder de knie te krijgen. Men is ook wars van te veel bloot. Wietze en ik lopen dan ook in onze langste korte broeken rond en hebben keurig een shirtje aan met een kraag. We hebben vele leuke gesprekjes met mensen op straat en in winkels. De gastvrijheid en trots op hun eigen land is groot. Wat dat betreft is er gevoelsmatig een groot verschil met Frans Polynesië. Zou het komen omdat ze al 55 jaar onafhankelijk zijn? We voelen ons er meteen thuis.

 

Regelmatig wordt er peinzend naar onze korte broeken gekeken. We besluiten dus om ook maar voor de wikkelrok te gaan. Al helemaal omdat we uitgenodigd zijn om naar een kerkdienst en een lunch te komen. In een winkel kijkt een oud dametje naar Wietze en schudt haar hoofd. Ze trekt in stapels en komt uiteindelijk bij de lavalava-kindermaten terecht. Mopperend over Samoaanse mannen die veel te dik zijn, pakt ze een mooie lap en begint hem om Wietze heen te slaan. Die staat met zijn armen wijd te kijken hoe je de boel vastzet. “Wat doe je er eigenlijk onder aan?” vraagt hij. De oude dame ligt plat van het lachen. Uit handgebaren begrijpen we dat er een onderbroek onder hoort. Ze wist zich nog steeds de lachtranen van de wangen als we afrekenen.

Wapperende boxershort

“Zeg, waar stop jij eigenlijk je zakdoek en sleutels als je een rok aan hebt?” Zondagochtend. Wietze heeft diverse wikkelrondes achter de rug en heeft nu iets gevonden waarbij hij ook nog kan lopen. Om zijn magere lijf wordt het al snel een soort kokerrokje. “Waarom denk ik je dat vrouwen een handtas zo fijn vinden?” grinnik ik terug. Ah. Als Wietze met de knietjes tegen elkaar van boord probeert te komen, zie ik op de Zweedse boot dat Karl het al zat is. Die sjort z’n rok op en stapt met wapperende boxershort op de steiger. Hilariteit alom. Als we met ons groepje richting de kathedraal vertrekken, ziet het er feestelijk uit met al dat gewapper. Rokjesdag op Samoa. Wie had dat gedacht.

Apia, Samoa, september 2017

 

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten