Reisverhalen

Column Anna: oogje in het zeil

09:32

Column Anna

“Alles goed aan boord?” klinkt de vriendelijke vraag uit de speaker van de marifoon. Ik hoor de boot die ongeveer een mijl voor ons vaart zeggen: “Ja, alles goed”. “Goede reis verder en we staan stand-by op kanaal 16” is het laatste dat ik hoor van de Marine Rescue post van Yamba. Ik stap de kuip in en zie Wietze glimlachen. “Wat een leuk systeem is dat hè?” zegt hij. Ik knik. We zijn weer eens tegen een bijzondere organisatie aangelopen: een keten van vrijwilligers die radiostations bemannen langs de Australische kust.

Zwaluwen

Het voorjaar begint lekker op gang te komen. Elke dag weer voeren we een kleine strijd met de zwaluwtjes. Op onze boot zijn kennelijk talloze plekjes te vinden voor het maken van een liefdesnestje voor meneer Zwaluw en zijn aanstaande partner. In eerste instantie vonden we het gevlieg met takjes wel schattig. Totdat we een poepspoor vonden bij de mast. Even checken en ja hoor: onder de huik hadden ze een mooi plekje gevonden in een plooi van het zeil. Aan die droom hebben we snel een einde gemaakt voordat het een echt nest werd. Maar al snel bleken er nog meer poepsporen te vinden. Met zeilbandjes bonden we alles zoveel mogelijk dicht. Ook propten we plastic zakjes in alle openingen die ook interessant waren.

We voelen ons als trekvogels wanneer we de vaarwijzers doorspitten naar leuke havens waar we op onze zuidwaartse tocht langs de oostkust van Australië even kunnen stoppen en rondkijken. Sydney staat natuurlijk met stip bovenaan. Maar de heersende wind staat uit het zuiden, dus we moeten steeds de momenten kiezen na een front wanneer de wind zo’n twee dagen uit het noorden waait. De keuze van haventjes en baaien lijkt ruim, maar dat is bedrieglijk. Vrijwel alle openingen in de kust zijn riviermondingen. Sommigen hebben een enorme delta daar achter liggen. Maar de gaatjes zijn klein en hebben vrijwel allemaal een zandbank voor de deur. Heel ondiep water waar zware brekers op kunnen staan. Er zijn vele theorieën over hoe je zo’n gat het beste kunt ‘nemen’. Wat is wijsheid? Tijd om ons licht op te steken bij de kenners.

Kom maar naar de toren

Column Anna

De toren bij de Southport Seaway

Zoals in elk land, zijn de reddingsdiensten hier ook weer op een geheel eigen manier georganiseerd. De overheid regelt het ‘grote werk’ met inzet van de krijgsmacht: reddingen ver weg op zee worden op die manier geregeld. De Australische inzet bij de redding van twee deelnemers aan de Golden Globe Race is daar een goed voorbeeld van. Voor alles dat dichter bij de kust gebeurt is er de waterpolitie, die ook de binnenwateren bestrijkt. Maar Australië is een heel groot land met heel veel kustlijn en heel veel recreatievaart. Daarom is er een keten van Volunteer Marine Rescue organisaties: vriendelijke vrijwilligers die radiostations bemannen en die kleine reddingsboten hebben om problemen op te lossen. Sommige stations zijn 24 uur per dag bemand, andere alleen tijdens daglichturen. We hadden ze al gehoord op de marifoon. Vriendelijke stemmen van senioren die, vergeleken bij de gemiddelde Australiër, wat chique Brits aandeden. “Ovâh” (over) en “Rojâh” (roger) klinkt toch anders dan anders. Je verwacht dat ze elk moment ook “oh dear” zullen zeggen.

Column Anna

Glennys en Matt aan het werk

Als we bellen om te vragen of we de VMR-post op de Southport Seaway Tower eens mogen bekijken, blijken we van harte welkom te zijn. Glenys en Matt hebben dienst vandaag. Beiden gepensioneerd en vol passie voor hun werk. Terwijl we praten, zie ik de nodige kleine open bootjes de Seaway af spurten richting zee. Glenys ziet me kijken: “ja, je staat er van te kijken hoeveel van die bootjes dicht bij de kust in de problemen komen. Vaak te weinig brandstof. Maar soms slaan ze om en zinken ze snel. Er zitten hier nogal veel haaien. Dus we moeten er snel bij zijn”. Ik slik.

Logservice

Matt legt uit: “Dat is de reden dat we de ‘logservice’ hebben. Een boot laat ons weten wanneer hij vertrekt, geeft zijn voorgenomen route en verwachte thuiskomst door. Wij noteren ook het telefoonnummer. Als een boot hier uitvaart en hier ook weer terug wil komen, houden we in de gaten of dat ook daadwerkelijk gebeurt”. Hij wordt onderbroken door het gekraak van de marifoon. Een boot meldt dat ze weer afgemeerd zijn in de haven. “Kijk, zo werkt dat” zegt hij en laat zien hoe de boot uitgeschreven wordt uit het log. “Zijn ze er na de afgesproken tijd nog niet, dan roepen we ze elk half uur op. En we bellen ze. Meestal is het loos alarm”. Maar het kan nog mooier, legt Glenys uit. “Als je van hier vertrekt en je gaat naar een andere haven, dan kun je er voor kiezen om onderweg bij de walstations die je passeert in te loggen. Zij volgen je dan”.

We keuvelen nog een tijdje verder over de vrijwilligers in de organisatie. Onze indruk klopt: het zijn vrijwel overal gepensioneerden die de radiostations bemannen. De vrijwilligers op de reddingsboten zijn over het algemeen wat jonger, verzekeren ze ons lachend. Ook krijgen we nog wat advies over de veiligste manier om de banken in de haveningangen te ‘nemen’. “Drie uur na laag water is het beste” zegt Matt. “Nu het zo droog is, groeien de banken sneller aan dan wanneer het veel regent. De rivieren stromen dan harder en slijpen de riviermonding als het ware uit. Nu stromen de rivieren veel minder hard en het zand verzamelt zich in de riviermonding. Pas dus goed op”. We knikken ernstig.

Oma op wacht

Column Anna

Southport Seaway op een rustige dag

De volgende dag varen we de Southport Seaway uit. Braaf melden we ons op het werkkanaal en loggen in. De route naar Coffs Harbour is 165 mijl; een nachtje doorvaren dus. Het waait harder dan verwacht, dus dichtgereefd en met een puntje fok stuiven we er vandoor in een onrustige zee. Dik wolkendek, af en toe een kletterende bui. Geen gezellig weer. Maar daar is al de eerste oproep van het VMR walstation Yamba. We kletsen even op het werkkanaal en vervolgen onze weg weer. De nacht valt snel en zonder sterren of maan is het wat naargeestig op wacht. En ja hoor, daar klinkt een vriendelijke damesstem in de nacht: “Sailingyacht Anna Caroline, this is VMR station Cape Byron”. Wietze heeft de wacht en beantwoordt de oproep. Als hij de microfoon van de marifoon terughangt, ziet hij dat ik wakker ben. “Dat klinkt als een lieve oma die daar de hele nacht de wacht zit te houden” zegt hij met een glimlach. Ik knik. “Fantastisch dat die mensen dat doen”.

Goed gedaan

In het vroege ochtendlicht zien we de kust weer opdoemen. Een paar uur later maken we vast in de jachthaven van Coffs Harbour. Zoals altijd zijn we helemaal gesloopt na zo’n nachtje doorvaren. Het waait hard en het is nog een hele klus om de boot goed tegen de kant te krijgen. Helpende handen op de steiger maken uiteindelijk licht werk. Als alles vastzit, bedenk ik me ineens dat we nog uit moeten loggen bij VMR. Ik roep het walstation Coffs Harbour op. Ook daar zit weer een vriendelijke meneer op wacht. “Ja, ik zag jullie al binnenkomen” zegt hij. “Pittige tocht zeker? Goed gedaan hoor”. Ik glimlach en bedank hem voor de goede zorgen. “En nog een goede wacht” voeg ik toe. En zoals verwacht is het antwoord: “Rojâh”.

Coffs Harbour, Australië, oktober 2018

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten