Reisverhalen

Column Anna: O la la

08:46

Column Anna
Windstilte op de oceaan

Na ruim drie weken wachten lijkt er eindelijk een kansje te zijn dat we Nieuw-Zeeland kunnen verlaten. “Wat vind jij?” kijkt Wietze me vragend aan als we weer naar het computerscherm turen. “Beter dan dit wordt het voorlopig niet” bevestig ik wat we allebei zien. Met snoeiharde mee-wind weg, dan een enorm hogedrukgebied in en aan het einde een flinke bak tegenwind. Een klaverjas-overtocht, want de motor zal het meeste werk moeten doen. We gaan de boot klaarmaken. Een dag later klaren we uit en gooien we los. Heerlijk om weer onderweg te zijn, maar we voelen ook wat zorgen over de ontwikkelingen van een lagedrukgebied dat ons aan het einde van de week parten gaat spelen. Echt stress-vrij is dit stukje water nooit.

Column Anna

Anna Caroline tussen de snelle raceboten

Met ons varen er nog een paar boten uit, dus gezelligheid volop op het radionetje aan het einde van de dag. De snelheid is fantastisch en de deining valt mee. Onze Anna Caroline vliegt richting Nieuw-Caledonië. Maar al binnen een dag is de wind op. Alsof er een knop omgaat. De zee kalmeert snel en we zetten de motor aan het werk. Met belangstelling kijken we naar onze nieuwe stuurautomaat. Dat is volgens Hans, die heeft geholpen om hem te installeren, een zelflerend systeem. “Dat ding studeert zich een versuffing, denk ik” zegt Wietze. We krijgen allerhande alarmen en gedoe.  Dat houdt ons lekker bezig: hele achterhut ontruimen, alles controleren. Zekering wisselen. En dan worden we beloond met een vrije dag van de automaat: hij doet het voorbeeldig. De dag erna zijn we weer de klos. Een raadselachtig studieprogramma. De laatste twee dagen is er kennelijk weer schoolvakantie en doet hij het voorbeeldig.

Nouméa, de hoofdstad

Lekker zout van de laatste dag hakken tegen de harde noordwestenwind zien we eindelijk in het eerste ochtendlicht de grootste vuurtoren van Nieuw-Caledonië haar armen van licht rondzwaaien. We zijn er! Zoals altijd is dit een heerlijk moment. Gretig nemen we alle indrukken in ons op. De marifoon komt tot leven en kwettert er in het Frans op los. Na anderhalf uur staat de zon vol aan de hemel en doemt de hoofdstad Nouméa op. We wringen ons in de jachthaven Port Moselle, de verplichte eerste stop om in te klaren. Het is een drukte van jewelste vanwege een race rond het eiland. We grinniken om onze zware wereldzeilersboot naast al het flitsende carbon en de laminaatzeilen.

De eerste drie dagen zijn een wervelwind: inklaren, opruimen, boodschappen, de weg vinden en genieten van ‘tropisch Frankrijk’. “O la la!” zegt Wietze opgetogen als we met een stapeltje stokbroden de boulanger uitlopen. We drinken koffie op Place Cocotier (Kokospalmenplein) in het hart van de stad. En kijken onze ogen uit naar de mengeling van Melanesiërs, Europeanen en Aziaten die hier hun dagelijkse gang gaan. Een cruiseboot bevalt van een paar duizend Australiërs die als een trage stroom langs de souvenirswinkels golft. Vlakbij de jachthaven is een grote markt waar vis, vlees, groente en fruit in likkebaardende hoeveelheden en diversiteit uitgestald liggen. Gelukkig zit er een geldautomaat naast.

Hugo, de consul

Column Anna

Hugo Raab, honorair consul in Nieuw-Caledonie

“Welkom in Nouméa!” zegt Hugo Raab, de charmante Nederlandse honorair consul voor Nieuw-Caledonië. We treffen elkaar voor een kopje koffie op een terras bij de haven. Hugo is in het dagelijks leven projectontwikkelaar en woont al 31 jaar met veel genoegen hier. “En, bevalt het jullie?” We kunnen alleen maar vrolijk knikken. “Het is wel een beetje koud, nu in de winter” merkt hij op. We schieten in de lach. Na de winterse kou van Nieuw-Zeeland koesteren wij ons juist in de zon hier. “De passaatwind is vrij mild, nu in de winter” voegt hij nog toe.

Al snel praten we over de geschiedenis van het land, dat overigens een overzees gebied van Frankrijk is.  De Kanaken waren de oorspronkelijke bewoners en maken nog steeds ongeveer de helft van de totale bevolking uit. Hun rustige bestaan werd in 1843 wreed verstoord met de komst van de Europeanen. De Fransen gebruikten het enorme eiland als dumpplaats voor veroordeelden. Die waren meteen goedkope arbeid voor de plantages die opgezet werden. De vondst van nikkel in 1863 bracht een enorme economische impuls, die tot de dag van vandaag voortduurt: Nieuw-Caledonië is de derde producent van nikkel in de wereld, na Canada en Rusland. De nikkelmijnen brachten de nodige milieuschade en landschappelijke aantasting met zich mee. “Gelukkig is dat nu beter geregeld en worden er herbebossingsprojecten uitgevoerd” zegt Hugo.

“Ja, het is een welvarend land met uitstekende voorzieningen voor de bijna 280.000 inwoners” voegt hij toe. “Het is veilig, mensen leven hier relatief vredig met elkaar samen. We krijgen in november een referendum over de onafhankelijkheid van Frankrijk. Dat kan mogelijk wat onrust geven, maar ik verwacht het eerlijk gezegd niet. We hebben ook geen vulkanen en kennen geen aardbevingen. Nieuw-Caledonië is een uitzondering in de Stille Zuidzee: twee platen schoven op elkaar en zorgden voor een enorme rijkdom aan grondstoffen. We hebben ook kobalt en chroom hier”.

Wintersport

Terwijl de vlaggen wapperen rond de haven, vraagt hij ons: “weten jullie waarom we relatief weinig zeilers hier krijgen en waarom ze maar zo kort blijven?” Peinzend zegt Wietze: “ik vermoed dat ze veel tijd gebruikt hebben in de Stille Zuidzee en op weg naar Australië alleen een korte stop maken in Nouméa. Of omgekeerd: ze komen vanaf Nieuw-Zeeland en zijn op weg naar de Torres Straat”. “Ik vind dat zó jammer” zegt Hugo. “Dit is geen tussenstop, maar een bestemming op zich. Er is zoveel te zien”. Hij wijst op de kaart: “hier: Île de Pins: wereldklasse. Hier: schitterende riffen met kleine eilandjes. Hier: eindeloze wandelpaden vanaf de ankerplaats naar unieke bossen. Zonde.” Hoopvol kijkt hij ons aan: “jullie gaan toch wel wat rondvaren hier?” Wij knikken. Alhoewel de gulle armen van Nouméa vol gastvrije warmte om ons heen geslagen zijn, willen we meer zien. “Mooi!” glundert Hugo. Hij noemt nog meer eilanden en onmisbare ankerplekken. “Jullie zullen zien: het is hartstikke rustig zo in de winter”. Wij grijnzen en spreken af dat we elkaar over een paar weken weer zien. Overmorgen gaan we. Op subtropische wintersport.

Nouméa, Nieuw-Caledonië, juli 2018

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten