Reisverhalen

Column Anna: Knutselen met kaarten

09:07

Column Anna
Baaien in kaart brengen kost tijd

M’n ogen branden en ik voel een stevige hoofdpijn opkomen. Al uren zitten we te tobben met de navigatiecomputer en een laptop naast elkaar. Uiterst langzaam komen we vooruit: ankerplek voor ankerplek langs de Great Australian Bight moet uitgezocht worden. “Monnikenwerk!” roep ik gefrustreerd en zet nog maar een ketel water op voor de volgende pot thee. “Kom op” zegt Wietze vastberaden. “We zijn er bijna”. Stilletjes beloof ik mezelf een glas wijn als dit achter de rug is en ga weer zitten.

Kap kaarten

Laat ik er maar eerlijk over zijn: wij zijn laatbloeiers op het gebied van ICT-dingetjes. Dat wil zeggen dat onze bloeiperiode nog moet komen. Tot die tijd tobben we en kijken we een zeer bedreven vriend in Nederland lief aan met onze computerproblemen. Geloof het of niet: we vertrokken met een stapel van 400 papieren kaarten, GPS en sextant in 2013 uit Nederland. Net voor vertrek besloten we om een AIS transponder aan te schaffen. Tussen haakjes: de beste aanschaf ooit. Het leidde tot de behoefte aan een scherm om de om ons heen varende schepen op te zien. En dus een kaartprogramma. We kochten een tweedehands toughbook-laptopje waar razendsnel een aantal programma’s op verscheen. OpenCPN werd ons kaartprogramma en in de loop der jaren zijn we langzaam gewend geraakt aan het gemak van digitale navigatie. De papieren zeekaarten liggen nog altijd op de kaartentafel en het sextant komt nog steeds regelmatig uit de kast, maar af en toe zetten we het laptopje aan en kijken hoe we vorderen. Als we dichter bij de kust zijn of een haven invaren, staat hij vrijwel altijd buiten als navigatiehulpmiddel. Voor ons heeft de combinatie overzeiler/ vaargids/ digitale kaarten tot nu toe goed gewerkt.

Column Anna

Heather and Jon van Venture Farther

Als je er dus meer mee gaat werken, kom je achter allerlei functionaliteiten. Zo beginnen we langzaam het geheim van .kapkaarten te snappen. Dat zijn eigenlijk knipsels uit satellietbeelden van Google Earth die je in OpenCPN kunt plakken. Tijdens het varen in een ondiep gebied schakel je dus over naar dat knipsel en zie je hoe de situatie werkelijk is. Reuze handig. Denken we.

Verzamelaars

Over het algemeen heb je als zeiler over informatiebronnen niet te klagen. Allerhande digitale kaarten, vaargidsen, zeekaarten, online platforms: noem maar op. Zeker in de drukbevaren gebieden is er zelfs vaak een keuze uit meerdere vaargidsen of kaartsets die allemaal redelijk actueel zijn. Het wordt iets spannender als je in gebieden komt met weinig commerciële scheepvaart of met heel veel kleine eilandjes en riffen. In Fiji weken bijvoorbeeld de elektronische kaarten vaak fors af en bleken onze papieren kaarten veel accurater te zijn.

 

Column Anna

Dave en Sherry van Soggy Paws

De zuidelijke Stille Oceaan met zijn duizenden eilanden is zo’n gebied waar je goed moet zoeken naar informatie. Vaargidsen zijn er nauwelijks. De zeilers-tamtam werkt het beste: informatie vliegt via digitale wegen van boot naar boot. En dan zie je dat een hele kleine groep wereldzeilers de handschoen oppakt en gaat verzamelen en publiceren. Ik heb heel veel bewondering voor die mensen, want het is een enorme klus in een vaargebied waar internet niet altijd vanzelfsprekend is. Een mooi voorbeeld is de boot Soggy Paws. Die maken per vaargebied een ‘compendium’. Dat is een digitaal document met allerlei links naar informatie, maar ook offline is het goed te gebruiken.

Zeilverenigingen

In Australië zijn er drukbevaren gebieden, zoals in de staten Queensland en New South Wales. Daarbuiten wordt er minder gevaren en is het dus voor uitgeverijen niet erg aantrekkelijk om vaargidsen uit te geven. De zeilverenigingen zijn in dat gat gesprongen. Met informatie die hun leden verzamelen, geven ze mooie vaargidsen uit. Die worden via nautische boekhandels verkocht. Het jaarlijks geactualiseerde bestand wordt ter beschikking gesteld aan de boekhandel en die print een boek uit als je er eentje wil kopen. Ringbandje erin en klaar. Je kunt nog kiezen tussen zwart/wit of kleur ook.

Column Anna

Jack and Jude van Banyandah

Met ons plan om de Australian Bight over te steken, begeven we ons voor mijn gevoel op nogal onontgonnen gebied. Er wordt nauwelijks gevaren langs deze barre kust. Omdat wij tegen de heersende wind en stroming in gaan, willen we alle mogelijke ankerplekken in beeld hebben voor het geval we moeten schuilen. De elektronische kaarten geven veel te weinig detail. Via zeilvriend Hank uit Albany in West-Australië zijn we aan goede kopieën van papieren zeekaarten gekomen: het volgende stukje van de puzzel. En hier schieten ook weer verzamelaars te hulp. Ditmaal zijn het Jack en Jude van de Banyandah: zij maakten een simpele vaargids van de Bight op basis van hun eigen informatie en die van andere jachten. Een zeilvereniging in Freemantle heeft ook een boek gemaakt dat wat brokjes informatie levert.

Op allerlei websites van weer andere verzamelaars kun je hele bibliotheken van .kapkaarten vinden. Maar niet van de Bight. We zullen ze dus zelf moeten maken. En gelukkig is daar weer een andere boot die helpt. Op de website van de boot Venture Farther kun je een programmaatje gebruiken om je eigen .kapkaarten te maken. Ziet er op papier reuze simpel uit. Maar als het uiteindelijk toch nog best veel ankerplekjes zijn en ook nog een paar riffen die in de weg liggen, ben je wel even bezig om alles geplakt en geknipt te krijgen.

Terwijl de zon al bijna ondergaat, klikken we voor de laatste keer op ‘opslaan’. Ik zucht en kijk naar de derde pot thee die bijna leeg is. Wietze test het nog één keer en ik zie keurig het Google Earth knipsel in de digitale kaart verschijnen. Ik maak een rondedansje door de kajuit dat om een onverklaarbare reden eindigt naast de fles wijn op het aanrecht.

Adelaide, Zuid Australië, maart 2019

Handige websites: www.svsoggypaws.com, www.venturefarther.com, www.jackandjude.com

 

Bekijk hier de vorige columns

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten