Reisverhalen

Column Anna: Het binnenbad

08:30

“Ia Orana!” zwaai ik naar een oud vrouwtje dat met een vriendin op een bankje zit te kletsen. Polynesisch ‘hallo’ zeggen klinkt zo feestelijk. Intussen zijn we al weer verder geknetterd op ons gehuurde brommertje. Links zie ik de steile berghellingen van Bora Bora, rechts het knalblauw van de lagune. Het is de laatste keer dat we met zo’n brommertje een ‘rondje eiland’ doen, realiseer ik me ineens. Binnenkort gaan we uitklaren en ligt Frans Polynesië achter ons. De Genootschapseilanden waren de kers op de taart na al het moois dat we in de Tuamotus en de Markiezen al gezien hadden. Tahiti en Moorea en nog wat kleinere zusjes vormen het zuidelijke groepje van deze archipel. Huahine, Tahaa, Raiatea, Bora Bora en Maupiti liggen daar zo’n honderd mijl vandaan. Allemaal steile groene eilanden, waarvan het binnenland niet bewoonbaar of bruikbaar is. Alle activiteiten spelen zich af aan de waterkant. De eilanden hebben één ringweg die alle huizen met elkaar verbindt. Al slingerend rond het eiland ga je van gemeente naar gemeente. Elk met een kerk, winkeltje en een gemeentehuisje. In het begin verbaasden we ons over de enorme brievenbussen die bij veel huizen aan de weg staan. Niet voor post, bleek later. De bakker stopt er ’s ochtends een verse baguette in.

Schitterend
Het tempo van leven is aangenaam. Men neemt de tijd om met elkaar de nieuwtjes uit te wisselen en de toestand van het eiland te bespreken. We worden vriendelijk toegezwaaid als we met ons brommertje voorbij tuffen. Even de weg vragen? Geen probleem, men doet uitgebreid moeite om ons de goede kant op te krijgen. Echt fout rijden kun je trouwens niet op zo’n rondweg, de truc is om je bestemming te vinden. Want aan bordjes doen ze niet echt. De attracties langs de weg zijn dun gezaaid. Oude marae: stenen verhogingen die eeuwen geleden een grote religieuze betekenis hadden voor de oude Polynesiërs. Vaak met indrukwekkende banyanbomen ernaast. Of mooie uitzichtpunten. En kleine restaurantjes die hier ‘snack’ genoemd worden. Vaak staan die aan het water en zit je daar vorstelijk te eten vanwege het driesterrenuitzicht op het rif. Want dat rif is de allergrootste attractie. Om elk van de eilanden ligt er eentje, Tahaa en Raiatea liggen zelfs samen binnen één rif. De oceaandeining blijft buiten, het warme water kabbelt zachtjes tegen de romp van de boot. Op sommige plekken is het rif heel breed en het water dus ondiep. Dan krijg je een onvoorstelbaar kleurenpalet te zien: van wit tot donkerblauw met alle kleuren azuurblauw die je maar kunt verzinnen ertussenin. Schitterend. Ik kan er naar blijven kijken.

Ankeren
Het ankeren is soms een beetje lastig. De geschikte ankerplekken zijn vaak erg diep. Omdat van die hoge bergen in de namiddag nog wel eens een valwindje komt rollen, wil je toch goed vast liggen. De minder diepe ankerplekken zijn aantrekkelijker, maar liggen vol met koraalrotsen. Maar voor dit kleine minpunt is een gastvrije oplossing gevonden: op de mooie plekken heeft de overheid meerboeien neergelegd. Soms moet je daar bij het gemeentehuis wat voor betalen, maar vaker niet. Echt, je wordt zo lui als een varken hier. Beetje rondtoeren over het eiland. Lekker verse banaantjes scoren bij een straatstalletje. Heel veel snorkelen en je verbazen over eindeloze variaties op het thema Tropische Vis. Flippers zijn niet nodig bij het snorkelen: de mooiste plekken zitten bij gaten in het rif en daar drijf je gewoon met de stroom mee. En daarna met een borrel erbij tevreden naar weer een spectaculaire zonsondergang kijken. Wat een drukte. Verse baguette nodig? Simpelweg liften naar de volgende gemeente en binnen een half uur ben je terug bij de boot. Naar het volgende eiland? We halen de huik niet eens van het grootzeil. Fokje uitrollen en vier uur later pak je de volgende meerboei al weer op. Net op tijd voor weer een prachtig cultureel evenement in de vroege avond

Drukte van belang
Inmiddels zijn we met het brommertje bij de zuidkust van Bora Bora aangekomen. Dit is het stuk dat onder zeilers verguisd wordt: hier wemelt het van de hotels en restaurants en is er weinig authentieks meer te vinden. De lagune is hier nog spectaculairder blauw. Geen hoteltoren te zien, wel rijen en rijen bungalows op pootjes in het water. Ideale huwelijksreisbestemming. Er wordt dan ook heel wat verliefd gekeken tijdens het flaneren. We kijken onze ogen uit. Even verderop is een openbaar strand en daar ploffen we neer. Lekker zwemmen en alles even laten bezinken. Vergeleken met alle andere eilanden die we bezochten, is het hier inderdaad een drukte van belang. Bora Bora ontvangt jaarlijks even veel toeristen als alle andere eilanden van Frans Polynesië bij elkaar. De bootjesmensen niet meegeteld.

Terwijl we lekker in de schaduw van een boom naar het gekrioel op het strandje zitten te kijken, wijst Wietze naar het rif. “We willen nog zoveel zien. Onderhand moeten we een datum prikken om uit te klaren.” Ik knik en kijk in de richting van zijn hand. “Moana,” grinnikt Wietze: Polynesisch voor ‘de zee buiten het rif’. “Het buitenbad,” lach ik terug.

Bora Bora, Frans Polynesië, augustus 2017

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten