Reisverhalen

Column Anna: Broodjes smeren

07:53

Alaska is synoniem met beren. Daarvoor kwamen we hier. Maar dat het er zoveel zouden zijn, hadden we niet verwacht. Naar verluidt zijn er meer beren dan inwoners. Bruine beren (grizzly’s) en zwarte beren zijn de meest voorkomende. Ze worden door iedereen die hier woont gerespecteerd. Niet alleen vanwege hun machtige klauwen, maar ook omdat ze deel uitmaken van het ecosysteem in Alaska. De mensen wapenen zich tegen onverwachte ontmoetingen met berenspray. Dat is een spuitbus met pepperspray. Het bijzondere is dat dat spul er met zo’n vaart uit komt, dat je een beer tien meter verderop kunt raken. Wij hebben inmiddels ook zo’n spuitbus gekocht, omdat we tijdens een struinexpeditie op een strandje zo’n jongen in de verte zagen lopen.  Ook is het een paar keer gebeurd dat we achteraf hoorden dat er eentje vlak achter ons uit de bosjes kwam en er gelukkig snel weer in verdween. De meeste Alaskanen hebben ook een ruime collectie vuurwapens in bezit om te jagen op herten en om zich de beren van het lijf te houden. Maar daar zijn wij niet zo van. De berenspray is al stoer genoeg.

Vanaf de boot hebben we ook, veilig met de verrekijker, al een grizzly gezien. Later ook nog een zwarte beer. Maar we willen graag in alle rust eens naar zo’n machtig dier kunnen kijken. En dat kan in het Tongass National Park. De National Forest Service heeft daar het Anan Bear Observatory ingericht. Een redelijk beschermde manier om van dichtbij te kunnen kijken. Het is alleen per boot bereikbaar. Maar voordat je er naar toe kunt varen, moet je een dagvergunning kopen. Die zijn maar tien dollar. Het probleem is dat er maar 60 per dag beschikbaar zijn. We hebben geprobeerd om er online twee te boeken, maar dat lukte niet meer. Enerzijds jammer, anderzijds lost het ook een ander probleem op. De ankerplek bij het Anan Observatory is beroerd. De combinatie van ankergrond en het weer maakt dat wij daar de boot niet onbeheerd achter willen laten. Dat zou betekenen dat we om de beurt kunnen gaan en dus elk alleen het lange pad naar het observatieplatform moeten lopen. Of dat nou zo’n goed plan is?

We leggen dus de boot aan de gemeentesteiger van het dorpje Wrangell en kopen een ‘guided tour’ met een snelle motorboot. Wauw, met 30  knopen blèren we er naar toe. Het is extreem laag water, dus een enorme klauterpartij over rotsen en een strandje om bij het pad te komen. Daar krijgen we eerst weer een ‘safety briefing’. De laatste weken zijn we uitentreure voorgelicht over beren. Overal liggen folders met informatie, buitensportwinkels verhuren berenspray en Alaskanen komen vaak uit zich zelf met advies. Lawaai maken als je wandelt, niet wegrennen als je er eentje tegenkomt en eventueel terugvechten. Geen eten laten slingeren, afval in de boot houden. Na de ‘safety briefing’ kunnen we achter de gids aan op pad. De gids is voorzien van een heupholster met een bus berenspray. Op zijn rug hangt een flink geweer. Het pad is een plankier van ongeveer een kilometer door het regenwoud. Berenpoep op het pad, aangekloven bruggetjes onderweg. De verf op het hout vinden ze kennelijk lekker.

En dan is het zo ver. We komen op een plankier dat half boven een snelstromende kreek hangt. Het water perst zich tussen rotsblokken door met kleine watervalletjes. Als je goed kijkt, zie je dat het water grijs is van de zalmen. In rotten van tien liggen ze naast elkaar. Klaar voor de sprong naar een volgend niveau om daar kuit te kunnen schieten. Op de stenen in en langs het water staan twee flinke zwarte beren. De ene bol en vet. Hij hapt de vissen zó uit de stroom. De ander is een beetje sullig. Hij staat wel twintig minuten in het water te staren. En dan ineens ‘hap’ pakt hij er een zalm uit. Het is prachtig. Soms sjokt er een andere zwarte beer onder het plankier door. Je kunt hem bijna aanraken. Er staan strepen op de vloer van het plankier. Als er een beer dicht langs het plankier loopt, moet je achter die streep blijven. Ik moet denken aan van die privacy strepen bij de bank. Dit voelt toch anders. Je kunt de beer ruiken als hij langskomt. Het is adembenemend. In de bomen om ons heen zitten raven en arenden te wachten op stukjes zalm die overblijven. Dat alleen al is prachtig. Het kleine groepje mensen op het plankier staat stilletjes alles in zich op te nemen. Waar je ook kijkt, je ziet iets bijzonders. Maar het meest indrukwekkende zijn toch wel de opspringende zalmen en snelle flits van de beren als ze er weer eentje te pakken hebben.

Dichterbij het water is een soort vogelkijkhut gemaakt. Daar kun je door kleine luikjes nog veel dichterbij kijken. Uren zitten we daar.  De sullige beer staat weer te staren terwijl de zalmen onder zijn neus doorschieten. Maar dan pakt hij er toch ineens weer eentje. Langzaam klimt hij omhoog langs de rotsen terwijl de vis nog spartelt in zijn bek. “Wat gek dat ze hun zalm meenemen tussen de rotsen en het daar opeten. Dat kost toch tijd en energie, zou je denken” zeg ik. “Maar dat is toch logisch?” zegt Wietze met een twinkel in zijn stem. “Daar ligt het brood om te smeren”.

Tongass National Park, Wrangell, Southeast Alaska, augustus 2016

 

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten