Reisverhalen

Column Anna: boeren en zeilers

08:26

Column Anna
Uluru (Ayers Rock) in het late zonlicht
Column Anna

Wietze voert Cinderella

“Moet ze ook een boertje?” vraagt Wietze. Cinderella kijkt met glazige oogjes naar het lege melkflesje dat Wietze op de tafel zet. Lyn lacht. “Nee, kangoeroes hoeven geen boertje”. Wietze kroelt Cinderella dan maar even over haar zachte vacht. Ze soest langzaam weg in de zak op zijn schoot. Ik grijns. Wietze als surrogaat-moederkangoeroe. Wie had dat gedacht.

Droge woestijn

De afgelopen weken zijn we met onze rugzakken dwars door het binnenland van Australië gereisd. Ontroerd keken we naar de zonsopkomst én zonsondergang op Uluru (Ayers Rock). De immense rots blijft je verbazen met alle kleurschakeringen die het zachte licht er op schildert. We hobbelden daarna in een terreinwagen naar afgelegen kampeerplekjes en wandelden in adembenemend mooie kloven. De woestijn bleek zoveel méér te zijn dan alleen dorre rode aarde. De aboriginals, die hier als eerste woonden, kunnen op allerlei manieren met het schaarse voedsel en water goed overleven.

En dat het water schaars is, wordt steeds duidelijker. Australië wordt getroffen door een opeenvolging van jaren waarin

Column Anna

Onverwachte oasis in de woestijn

er weinig tot geen regen valt. Dit jaar is het droogste van allemaal. De boeren in het binnenland komen steeds vaker in het nieuws: uitzichtloze wanhoop in totaal verdroogde landerijen. Het ziet er naar uit dat dit jaar weer een El Niño jaar wordt: een natuurfenomeen dat voor Australië meestal een periode van grote droogte inhoudt. Het kan dus nog erger.

Leren van de boeren

column Anna

Boerin Lyn vertelt over de droogte

Dat is een van de redenen dat we nu bij Lyn en Karl op hun boerderij logeren. We willen snappen hoe het zit met het weer en de droogte, zeker omdat Australië een landklimaat heeft. Hun veeboerderij met honderden koeien ligt op ongeveer vijfhonderd kilometer van de kust op een plek waar nog af en toe een drupje regen valt. “We hebben tot nu toe 185 millimeter gehad, terwijl we normaal 550 per jaar krijgen” legt Karl uit. Lyn wijst naar haar hoogbejaarde ouders die bij het haardvuur zitten. “Peter, mijn vader, zag dit jaren geleden al aankomen. Hij heeft forse waterbassins aangelegd. Wij kunnen het nog krap een jaar uitzingen als het moet” legt Lyn uit. “Maar veel boeren zijn daar niet mee bezig geweest. De wanhoop is enorm”.

Peinzend schuiven we bij Peter en Olive bij de warme haard. De winterse avonden en nachten zijn bitterkoud in de woestijn. Kleine Cinderella volgt Wietze inmiddels bij elke stap die hij zet. Bij het haardvuur gaat ze in haar zak weer bij hem op schoot. Peter haalt een verhaal uit de oude doos: “Deze boerderij heet Myella. Wij kochten hem van de familie Torenbeek. Dat waren Nederlandse immigranten die de boerderij in 1930 wonnen bij een loterij”. Ik knik en laat vervolgens een oude zeilersspreuk vallen: “Red sky at night, sailors delight. Red sky in the morning, sailors warning”.  Peter en Karl barsten in lachen uit. “Verander het woord ‘zeiler’ naar voor ‘boer’ en het is precies de spreuk die wij ook gebruiken”. Een tel later zijn we diep in gesprek over het weer. Welke websites gebruiken zij en welke gebruiken wij? Ze zijn enthousiast over zeilerswebsites zoals Windy en Predictwind, die ook een goed beeld geven van de situatie op het land. Ook graven we online naar informatie over lange termijn verwachtingen.

El Niño

Peter laat wat afdrukjes zien van een weermodel waar hij vaak naar kijkt: “moet je zien hoe hoog de temperatuur van het oceaanwater bij Peru nu al is. Veel te hoog voor de tijd van het jaar. Er komt een El Niño aan, geloof me”. Olive vraagt: “wat betekent dat voor jullie plannen?” “We zijn daar nog niet helemaal uit” geeft Wietze toe. “In 2016 hebben we veel last gehad van de toenmalige El Niño, omdat het water rond de evenaar erg warm was. Dat verstoorde de normale weerpatronen heel erg, waardoor we onze plannen wat aan hebben moeten passen omdat we dwars door dat gebied wilden”.  “Maar we gaan nu veel zuidelijker, waar het sowieso kouder is en we meer onder de invloed van systemen bij de zuidpool zitten” vervolg ik. “Het belangrijkste is: hoe erg warmt het binnenland van Australië op en hoeveel effect heeft dat op het weer aan de kust?” De Australische oostkust is in de zomermaanden berucht om de zware onweersbuien die aan het einde van de middag op kunnen treden.

Waterhoudende boom

Na het eten zijn we nog niet uitgepraat over het weer. We lopen met Lyn nog even een rondje over het grasveld bij het huis. Drie kleine kangoeroetjes volgen ons; het is al bijna tijd voor het volgende flesje melk. “Zie je die boom daar?” wijst ze. “Dat is een bottletree. De flesvormige stam bevat zacht hout dat heel veel vocht vast kan houden. Vroeger hakten boeren die om in tijden van grote droogte. Dan konden ze hun vee nog wat langer voeren”.  Peinzend staart ze in de verte. “Ik hoop dat het dit jaar zo ver niet hoeft te komen”.

Griezelige vrienden

De volgende dag rijden we met Karl te paard over hun enorme landerijen. Hier en daar staart een grazende koe ons aan. Ik kan bijna niet geloven dat ze kunnen overleven op die droge sprieten die er nog staan. Maar kennelijk is dat geen probleem. Op strategische plekken staan waterbakken die, aan de hoefafdrukken te zien, goed gebruikt worden. “En daar rechts zitten onze vrienden” wijst Karl rustig. Ik kijk en zou met paard en al in de bomen willen gaan zitten. Een paar armdikke pythons ligt rond een kuil in de zon. “Het slangenseizoen begint al weer. Het wordt langzaam lente en dan komen ze weer in beweging” legt hij rustig uit. Wietze heeft veel meer lef dan ik en maakt een foto. Karl legt intussen uit dat deze pythons de voor de mens veel gevaarlijkere bruine slangen opeten. “Echte vrienden” glimlacht hij. Met een droge mond van angst beken ik dat ik nog veel leukere vrienden ken.

Twee dagen later stappen we klotsend van de informatie in de auto. Als we uitgezwaaid zijn, typ ik het adres van de jachthaven in het navigatiesysteem. Terwijl het blauwe pijltje de weg naar de kust wijst, grijnst Wietze. “Van een zee van zand gaan we weer naar onze eigen zee van water”. “Ja. Het is toch wel indrukwekkend hoezeer we allemaal met het weer bezig zijn en hoe een veeboer hier in het midden van zo’n enorm land zit te kijken naar de grotere weerssystemen op de oceanen en patronen analyseert. Als zeiler ben je er tegenwoordig haast aan gewend dat de weerssystemen niet meer ‘normaal’ zijn. Maar dat is hooguit ongemakkelijk. Voor deze boeren is het dramatisch ingrijpend” peins ik.

Kangoeroe-weesjes

Wietze schrikt omdat een grote kangoeroe rakelings voor de auto de weg over schiet. Ook zoiets. Lyn vertelde ons dat de kangoeroes door het watergebrek steeds meer ook in de wegbermen naar voedsel zoeken. Helaas worden ze daardoor ook vaker aangereden. Kangoeroe-weesjes worden dan naar Lyn gebracht. Die heeft al heel wat van die ‘joeys’ met de fles grootgebracht. Wietze stuurt de auto weer naar de goede weghelft. Ik geef hem een waterflesje aan, hij drinkt en verslikt zich vreselijk. Als hij uitgehoest is, lach ik: “moet je een boertje?”

Baralaba, Australië, oktober 2018

Bekijk hier de vorige column

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten