Zeemanschap

Realistische waarnemingen van uw meters

14:21

Voordat de vakantie echt van start gaat, is het goed uw apparatuur te ijken. Dan weet u zeker hoe diep het is, hoe snel u vaart en wat  de windkracht is. Altijd goed voor realistische verhalen aan de bar en om – zeker in moeilijke omstandigheden – veilig de haven te bereiken. In de gebruiksaanwijzing van de apparatuur kunt u nalezen hoe u de meters moet bijstellen. Dat is voor elk apparaat weer anders.

Log

Om het log te kalibreren zoeken we het liefst rustig vaarwater op, zonder stroom, hoge golven of veel wind. We berekenen de afstand tussen twee boeien of objecten. Als er langs het vaarwater kilometerpaaltjes staan of als er een gemeten mijl in de buurt is, is het helemaal mooi. Vervolgens motoren we van A naar B. Op de motor kunnen we een constante snelheid varen. Ook hebben we geen last van eventuele onnauwkeurigheid als de boot onder helling ligt. Bij het begin en eind van de afstand kijken we op het log en berekenen de totale logafstand. Met een tripmeter werkt het nog makkelijker. We stellen die bij A op nul en kijken hoeveel we gevaren hebben als we bij B zijn. Klopt dat met de gemeten afstand? Als het log te veel of te weinig aangeeft, is waarschijnlijk de meter niet accuraat. Desnoods kunt u nog een keer terugvaren om het te checken.

Snelheidsmeter

De snelheidsmeter kunnen we met een gps kalibreren. Ook hier zoeken we rustig vaarwater op, zonder stroom. We vergelijken de snelheid op de gps met die van onze meter. Let wel: de gps moet de snelheid berekenen door de tijd tussen twee afstanden te meten. De snelheid verspringt dus iets minder snel dan die van de meter. We moeten een gemiddelde schatten. Als we een constante snelheid varen, is dit echter geen probleem. Grote verschillen halen we er zeker mee uit. Van minieme verschillen zal geen toerschipper wakker liggen.

Dieptemeter

De dieptemeter hoeft u niet te kalibreren. Deze geeft vanzelf de diepte aan onder de gever. U kunt instellen of u de diepte onder de gever, onder de kiel of de waterdiepte wilt laten aangeven. In de handleiding kunt u vinden hoe u dat instelt. Hebt u er trouwens wel voor gezorgd dat de gever niet met een dikke laag antifouling is ingesmeerd? Dat kan afwijkingen geven.De snelheidsmeting van de wind kan niet gekalibreerd worden. Het molentje in de top van de mast geeft die snelheid aan. De windrichting kunnen we wel kalibreren. Het beste gaat dit als er helemaal geen wind is. We varen op de motor op volle snelheid. Als het goed is, geeft de meter aan dat we recht tegen de wind in varen. Is dit niet zo, dan stellen we de meter bij totdat hij nul graden aangeeft. Als er wel wind is, kunnen we langzaam recht tegen de wind in varen en de meter bijstellen. Maar dit is minder nauwkeurig. 

Beter kunnen we dan gaan opkruisen. Ervan uitgaand dat de stagspanning over beide boorden gelijk is, moet de wind aan beide kanten onder dezelfde hoek invallen. Vaar een aantal keren over stuurboord en bakboord hoog aan de wind en vergelijk de gemeten windhoeken. Corrigeer het verschil. Als we bijvoorbeeld over stuurboord tien graden lager varen dan over bakboord, staat de referentie van de vaan 5 graden verkeerd. Het mooiste is dit met weinig golfslag te doen, dan krijgt u zo min mogelijk afwijkingen. De invloed van golven kan over beide boorden nogal verschillen. Merkt u tijdens het varen dat de afstelling toch nog niet nauwkeurig is, dan herhaalt u het opkruisen onder verschillende omstandig heden.

Last modified: 6 mei 2021
Sluiten