Actueel

Man overboord? Zo haal je ‘m terug

17:19

Een MOB in rustige omstandigheden is zeldzaam. (c) Rob Bonte

Voorkomen is het beste… Maar wat als het toch misgaat, zoals je hier kunt zien? Vier van de meestgebruikte manoeuvres om terug te komen bij de drenkeling.

De standaard in open boot

Afvallen naar voor de wind, oploeven totdat de persoon dwars is, overstag, langzaam varen en binnenhalen. Grotendeels de standaard zoals hij in het Het Zeilboek van Peter Hoefnagels ook wordt beschreven.

“Laat eerst de boot afvallen tot je voor de wind vaart en houd die koers circa vier bootlengtes aan. Loef daarna snel op tot hoog aan de wind. Ga overstag nadat je drenkeling dwars hebt. De boot ligt dan op de sliplijn naar de drenkeling. De afstand tot de drenkeling is groot genoeg om zo nodig de koers nog te corrigeren. Stop de boot door de zeilen te laten killen tot de boot bijna stilligt aan lij van de drenkeling. De man word dus opgepikt aan loef van de boot, want een stilligende kielboot zou zo snel naar lij gezet worden dat deze de drenkeling zou overvaren.”

De klassieke MOB in de open boot. (c) Pieter Berkel

Zodra iemand de drenkeling vast heeft, kan de boot met de laatste vaart en de drenkeling als drijfanker ongewenst een draai maken. Voorkom dit door direct de fok bak te trekken. Draai de boot vervolgens bij (fok bak, grootzeil vieren, roer geven voor oploeven, zie ook Hoe zeil je in of om een bui?) om de persoon in alle rust binnen te kunnen halen. Heeft de persoon langer in het water gelegen? Dan is het raadzaam om hem horizontaal binnen te halen en pas weer rechtop te zetten als hij/zij weer een beetje is opgewarmd.

Met golfslag zou de drenkeling uit het zicht zijn verdwenen. (c) Klaas Wiersma

Aandachtspunten

Het afvallen naar voor de wind brengt het risico op gijpen met zich mee. Dat wil je vermijden, zeker bij meer wind, omdat het onoverzichtelijke en risicovolle situaties kan opleveren. Plat voor de wind varen vereist dan ook aandacht van de stuurman/-vrouw. Sommige methodes propageren dan ook de methode om ruime wind te gaan varen en vijf tot zes bootlengtes door te varen.

Drijf!

Alle methodes stellen dat je ‘zwem!’ moet roepen naar de drenkeling. Het is echter verstandiger om ‘drijf!’ te roepen, omdat de drenkeling anders wellicht naar de boot probeert te zwemmen, met het risico dat hij/zij niet meer op de plaats ligt waar je de manoeuvre op inricht. Door iets te roepen weet de drenkeling ook dat hij/zij is opgemerkt en dat je ‘m komt halen.

Laat je MOB weten dat je ‘m komt halen. (c) Klaas Wiersma

Tel tot 7

Laat iemand wijzen naar de drenkeling, zodat je als schipper en/of roerganger weet waar deze zich bevindt. Is er risico om de drenkeling uit het zicht te verliezen door golfslag of slecht zicht (bijvoorbeeld bij mist), tel dan rustig tot zeven nadat je bent afgevallen tot voor de wind. Loef dan snel op naar aan de wind en tel weer tot zeven. Je bent dan ongeveer dwars van de drenkeling en kunt dus overstag.

Als de stuurman de drenkeling in het vizier heeft, kun je er vrijwel recht op af varen tot het allerlaatste moment, omdat je altijd wat verlijert op de sliplijn. Op het laatste moment is het belangrijk om de helling te beperken. Binnenhalen aan loef wordt erg lastig als de boot veel helling heeft. Om die reden leren sommige zeilscholen dan ook aan om aan lijzijde binnen te halen. Zo ‘kun je ‘m nooit missen’. Binnenhalen aan loefzijde blijft echter het veiligst. Persoon gemist? Als de omstandigheden het toelaten kun je het nog eens proberen. Je bent nu in ieder geval dicht in de buurt met stilliggende boot.

Heb je ‘geluk’, dan gebeurt een MOB in rustig weer. (c) Ben Rutte

Kajuitjacht is anders

Bij een kajuitjacht liggen de zaken vaak anders. Je vaart vaker op zee en hebt dus met meer golfslag te maken, de boot is groter, dus je zeilt harder, de manoeuvres duren langer en de krachten op het tuig zijn groter. Bovendien is het vrijboord vrijwel altijd hoger en is de drenkeling dus moeilijker binnen te halen – maar dat even terzijde, want de drenkeling binnenhalen is een verhaal apart. Diverse zeezeilscholen zeggen: direct de motor aan – nadat je de reddingsboei hebt geworpen en op de mob-knop hebt gedrukt. Richard Vooren licht maar liefst zeven verschillende methoden toe in Leidraad voor Kajuitjachtzeilers. We pakken er drie uit: het ‘achtje’, die veel lijkt op de hierboven genoemde methode, de door diverse zeilscholen gebruikte ‘quick stop recovery method’ en de methode voor als je een spinnaker op hebt staan.

Twee keer zeven: het achtje. (c) Pieter Berkel

Twee keer zeven – een achtje

‘2 x 7 tellen’ noemt Vooren de volgende methode. “De eerste zeven tellen staan voor vier tot vijf bootlengtes afstand, de tweede zeven tellen voor de dwarspeiling.” Bij stap één werp je de drenkeling een reddingsboei en/of drijflicht toe en druk je op de mob-knop van de gps om de positie vast te leggen. Die positie kan levensreddend zijn, omdat je de drenkeling lang niet altijd in het zicht kunt houden. Daarna val je af naar ruime wind, blijft zeven tellen varen en loeft dan op naar aan de wind. Start tijdens het ruime wind varen eventueel de motor (check of er lijnen in het water liggen die in de schroef kunnen komen!). Tel weer tot zeven voordat je overstag gaat of maak, in het zeldzame geval dat je de drenkeling kunt zien, een dwarspeiling. Gooi de fokkenschoot los en reguleer de snelheid met het grootzeil en/of de motor, net zo lang totdat je bovenwinds van de drenkeling vrijwel stil ligt. Je kunt eventueel op het laatste moment nog een opschieter maken, zodat je de spiegel (met zwemtrap) naar de drenkeling kunt draaien. Is de persoon binnen, dan kun je bijdraaien om rust aan boord te creëren.

Quick stop method of drijflijnmethode. (c) Pieter Berkel

Quick stop

Met de quick stop recovery method leg je de boot zo snel mogelijk dicht bij de persoon stil, waarna je eventueel een rondje vaart om de drenkeling met een lijn achter de boot, waarmee je deze als het ware insluit. Daarvoor loef je direct op naar aan de wind en gooit de boot bovenwinds van de drenkeling overstag. De fok hou je bak en de grootschoot strak. Eventueel kun je, als de boot stil genoeg ligt, de boot naar de drenkeling laten verlijeren. Lukt dat niet, val dan, met de grootschoot nog steeds strak, af tot voor de wind. Loef op als je dwars van de persoon bent. Als je genoeg snelheid hebt verloren kun je aan de wind of in de wind bij de drenkeling stilliggen. Lukt dat niet, ga dan weer overstag met de fok bak – komt het je bekend voor? – en herhaal het rondje met een werplijn achter je boot om zo de drenkeling in te sluiten.

Aandachtspunt

De wijdverbreide quick stop recovery-methode heeft als nadeel dat deze bij meer wind een behoorlijke kracht op het tuig kan uitoefenen als de man bij ruime koersen overboord gaat. Zeil je een lekker rustig ruim koersje bij 15 knopen schijnbare wind en loef je ineens op naar aan de wind, dan kun je zomaar 25 knopen wind over dek krijgen. Dan veranderen de krachten op het tuig dermate plotseling dat het je van de regen in de drup zou kunnen helpen.

MOB onder spi of uitgeboomde voorzeil(en). (c) Pieter Berkel

Op standje passaatroute, met spi

Met uitgeboomde voorzeilen of spinnaker, al dan niet met bulletalie op de giek lig je niet zomaar stil. Hoe kom je terug bij de drenkeling? Na de reddingsboei, ‘drijf!’ en de MOB-knop noteer je de kompaskoers en de tijd logstand (met de logstand kun je daarna terugzien hoeveel tijd en/of afstand je hebt afgelegd ten opzichte van de drenkeling). Strijk je spinnaker en fok en start de motor. Loef op, zet het grootzeil strak en vaar op tegengestelde koers terug op de motor. Kun je op de motor niet op tegengestelde koers komen, ga dan aan de wind motorzeilen en neem anderhalf keer de opgenomen tijd alvorens overstag te gaan. Speur op die koers zowel aan loef als aan lij naar de drenkeling.

Rust, plan, hulp

Wat ga je doen, heb je overzicht, weet iedereen hoe je de manoeuvre gaat uitvoeren, wie wat moet doen en let iedereen op zijn eigen veiligheid? Juist nu is het belangrijk om het strijken van de spinnaker foutloos uit te voeren.

Roep de hulpdiensten in. Een MOB wordt gezien als een acuut levensbedreigende situatie en valt dus onder Mayday. Laat het ze – in Nederland de kustwacht via Den Helder Rescue op kanaal 16 – weten wat er aan de hand (‘man overboord met reddingsvest’) is en waar je je bevindt. Zowel omgeving: ‘IJsselmeer, ongeveer drie mijl ten westen van Stavoren’ als de coördinaten zijn van belang.

Blijf aan boord!

Welke methode?

Rome is via vele wegen bereikbaar, maar je de kans om verkeerd te rijden is het kleinst als je gaat via de weg die je kent. Oefenen dus. Of een methode kiezen die het dichtst bij methodes ligt die je al kent, zoals het geval is bij de methode voor open boten. Aan de wind varen, dwarspeilen en varen op een sliplijn zijn vaardigheden die je ook bij andere manoeuvres toepast. Probeer het eens bij meer wind met een stootwil aan een zee-anker of met een gewicht eraan. De drift en zichtbaarheid van zo’n onopvallende stootwil zijn tamelijk representatief voor een drenkeling. Maar het beste is natuurlijk om überhaupt aan boord te blijven.

 

 

Tags: , , , , Last modified: 28 augustus 2019
Sluiten