Ruth Gerritse voer met haar man Mark van ’t Woud van 2002 tot 2008 op hun Thallassa II rond de wereld. Elke maand deed ze verslag van een praktisch vraagstuk voor (zee)zeilers. Die vraagstukken zijn nog steeds relevant. Deze aflevering: het markeren van de ankerketting.
Ankeren geeft vrijheid. Voor ons geen volle havens of drukke steigers. Liever laten we onze CQR vallen op een mooie plek, trekken we het anker goed in en hebben we ruimte.
De hoeveelheid ketting die we uitbrengen heeft te maken met de diepte op de ankerplaats. Een gebruikelijke norm is driemaal de waterdiepte. Die vuistregel is genoeg bij goede omstandigheden. Maar bij harde wind steken wij graag wat lengte bij. Op slechte ankergrond of bij zwaar weer liggen we regelmatig met een ‘scope’ van 1:6 – een kettinglengte van zes keer de waterdiepte.
Om er te allen tijde zeker van te zijn dat er genoeg ketting uit ligt, is het belangrijk te weten hoeveel meters er overboord gaan. Markeren is het geheim. Breng met vaste tussenlengtes een markering aan, zodat je in één oogopslag kunt zien hoeveel ketting er over de lier is gegaan. Wij maken sprongen van vijf meter. Bij de eerste stap één merkje, bij tien meter twee, et cetera. Bij vijfentwintig meter zit een afwijkend merkteken, daarna beginnen we weer bij één. Voor het markeren wordt soms gebruik gemaakt van kabelbinders. Snel en makkelijk, maar niet erg duurzaam. De tie-wraps slijten door en dat is onhandig en milieu-onvriendelijk: het plastic blijft in het water achter. Na enige experimenteren, kiezen wij voor tweecomponenten autolak. Eerst een goede primer voor gegalvaniseerd staal, dan een laag knalgele verf. Elke vijfentwintig meter brengen we een rode markering aan. Deze methode is iets meer werk, maar gaat jaren mee. De laatste keer dat wij de ketting markeerden, is inmiddels 10.000 mijl geleden en de gele verf zit nog steeds. De kabelbinders op de foto gebruiken we als hulpmiddel bij het uitmeten en worden verwijderd voordat de ketting terug gaat aan boord.
Tekst en foto’s Ruth Gerritse
Zeilen februari 2009
Gebruik NOOIT fluoverf want dit tast de beschermende zinklaag aan.
Persoonlijk gebruik ik kabelbinders (straps) in plaats van verf.