Aan boord

Zo gaat je materiaal niet naar de bliksem

09:09

Regen en onweer: deze zomer was het al flink raak. Zodanig zelfs dat een aantal zeilboten bliksemschade opliepen. Omdat het KNMI voor het aankomende weekend opnieuw onweer voorspelt, doken we nog eens in de materie. Wat kun je doen om bliksemschade te voorkomen of te beperken?

Tips & trucs

  1. Hoe beter de geleiding van de masttop naar het water, hoe sneller de lading wordt afgevoerd. Dit wordt bereikt door de mast en het want met goed geleidende kabels te verbinden met de kielbouten. De weerstand tussen masttop en kielbouten is bij voorkeur minder dan 1 Ohm.
  2. Een blikseminslag zorgt altijd voor een inductiestroom in alle nabije, geleidende materialen, tot op wel 10 meter afstand. Hierdoor kan ook een blikseminslag in de buurboot tot schade op het eigen jacht leiden.
  3. Door de inductiestroom kunnen bij een inslag ook uitgeschakelde en losgekoppelde apparaten beschadigd raken. Om dit te voorkomen, kunnen kleine apparaten (mobiele telefoon, handheld GPS, handheld marifoon) in de oven of een metalen kistje worden geborgen. Om grotere en vaste apparaten te beschermen is het noodzakelijk een grotere Kooi van Faraday te creëren. Dit kan door alle mogelijke metalen (zoals de voetreling, de stagen, de mast, de zeereling, de preek- en hekstoel, de motor en eventuele metalen tanks) met elkaar te verbinden. Apparaten binnen deze kooi zijn veilig(er). In een schip met bliksembeveiliging, zoals de meeste moderne schepen hebben, wordt een inslag snel naar de kiel geleid, maar kan door de inductiestroom nog altijd forse schade ontstaan!
  4. Een overspanningsbeveiliger (die het te veel aan spanning naar de aarde kan leiden) op cruciale apparaten (zoals de marifoon) en bij de dekdoorvoer van de antennes kan apparaten extra beschermen.
  5. Het in het water hangen van accukabels vanaf de stagen is eigenlijk zinloos door het geringe oppervlak van het in het water hangende metaal, tenzij aan de kabel een metalen plaat van minimaal een halve vierkante meter hangt. Een met de voorstag verbonden ankerketting en anker (bij voorkeur op de zeebodem, maar anders in het water hangend) is wel een goede, extra geleider om de bliksem snel naar het water of de zeebodem af te voeren.
  6. Een extra bliksemafleider op de mast, die dan wel moet uitsteken boven de marifoonantenne, verkleint de kans op inslag in de marifoonantenne zelf, en daarmee op onklaar raken van de marifoon, hoewel een inductiestroom in de antennekabel dan natuurlijk nog steeds mogelijk is.
Voor de hand liggende ontladingsbanen op een slecht (l) en een goed (r) geaard jacht.
Onrustige, instabiele luchten kunnen op onweer duiden.

Vier extra maatregelen voor op zee:

  1. Verklein de kans dat een bemanningslid een geleidend materiaal (met name stagen en stuurwiel) vasthoudt tijdens een inslag door de bemanning zo veel mogelijk in de kuip of de kajuit te hebben, het stuurwiel te isoleren of de stuurautomaat te gebruiken (of nog beter: het stuurwiel tijdelijk vast te zetten) en iedereen weg te houden van geleiders.
  2. Zorg dat de motor draait, zodat je niet afhankelijk bent van de accustroom om deze te starten.
  3. Strijk de zeilen, zowel uit het oogpunt van brandschade als uit het oogpunt van harde windvlagen waarmee onweer gepaard kan gaan, of vaar met sterk gereefd tuig.
  4. Zeil na een blikseminslag op zee altijd met (zwaar) gereefd tuig vanwege de kans op door de inslag beschadigde stagen.

Zo ziet dat eruit in slow-motion

Hoe bliksem precies werkt is ook voor wetenschappers nog een raadsel. Wel duidelijk is dat voorontladingen eerst een weg zoeken naar beneden. Pas als zo’n voorontlading contact maakt met het aardoppervlak kan het gigantische potentiaalverschil tussen wolk en aarde worden vereffend als een superfelle flits: de hoofdontlading. Bekijk het rond 6:40 in onderstaande video.


Omslagfoto (c) Juliancolton, CC BY-SA 4.0

Tags: , Last modified: 18 april 2023
Sluiten