Reisverhalen

Column Anna: weg

09:42

“Zeg, kun jij niet weg?” zegt Wietze. Ik schrik en zie in een flits de afgelopen 26 jaar samenzijn aan me voorbij gaan. Weg?! Als ik bezorgd opkijk, zie ik een brede lach en snap de gedachte. De lakklus is aan de beurt en dan is er aan boord alleen plaats voor Handige Mensen. Nee, eigenlijk alleen voor Handige Man met lakkwast. Al de rest veroorzaakt stof en dat willen we niet in de verse laklaag.

Toen we de boot voor deze reis aan het zoeken waren, wisten we één ding zeker: geen gelakt hout buiten. Op onze vorige boot was het eeuwig terugkerende lakwerk een grote ergernis. We kregen het nooit voor elkaar om het een seizoen lang mooi te houden. Altijd wel ergens een kras of doffe plek. Nee, onbehandeld hout buiten en wel zo min mogelijk. Daar zijn we redelijk in geslaagd. Maar ja, daar staat een interieur tegenover dat uit fraai Nieuw-Zeelands cowry hout gemaakt is. Prachtige paneeldeurtjes en andere genoegens. Jaren geleden is alles een keer kaalgehaald en opnieuw gelakt. Het zag er prachtig uit.

Inmiddels kun je precies zien waar we het vaakst komen of waar we ons vasthouden. De lak wordt dunner of is helemaal weg. Op de raamkozijntjes zie je de UV zijn verwoestende werk doen. Ook zijn de sporen van ongelukjes te zien die al dan niet bij zware zeegang gekomen zijn. Nu het wat warmer wordt, is er dus geen ontkomen aan. Er zal gelakt moeten worden. Een aantal grote dingen zoals de kajuittrap kunnen los en dus naar het werkplaatsje op de jachthaven. Maar de rest zit stevig vast en zal dus binnen geschuurd en gelakt moeten worden. Wietze zet een fraaie noodtrap in elkaar van latjes die we bij een soort Chileense Gamma hallen. Het schuurwerk gaat ook redelijk voorspoedig, gevolgd door een woeste stofzuigsessie.

En dan gaat de telefoon. Als ik de stofzuiger uitzet, hoor ik Wietze nog net zeggen: “O, dat zal ze erg leuk vinden. Morgen om acht uur? Prima. Ik zal het haar zeggen. Ja hoor, neem de tijd. Wanneer jullie ’s avonds terug zijn, gaan we gezellig uit eten”. Dit stinkt, dus ik loop nieuwsgierig naar hem toe. “Dat was Vera. Of je morgen een dagje mee wilt naar de thermale baden bij Pucon. Dat is toch een uur of drie rijden hiervandaan?” zegt hij met twinkels in zijn ogen. Ik grimlach terug en ga op zoek naar mijn badpak en badslippers.

De volgende dag slepen we nog in het nachtelijke donker de kajuittrap naar het werkplaatsje. Ik krijg een kus en stap even later bij Vera in de auto. Een paar uur later laat ik me in het weldadig warme water zakken. Prachtig uitzicht op een vulkaan en op de natuur die langzaam in lentetooi aan het komen is. Klaterende bergbeek vlakbij, “Voel je het verschil?” vraag Vera die hier graag komt kuren. Ik voel alleen maar schuldgevoel. Wietze is hard aan de slag en ik lig hier een beetje te badderen. Maar al snel maak ik mezelf wijs dat het fijn voor hem is dat hij stofvrij kan opschieten.

De dag vliegt voorbij en als we ’s avonds om zeven uur het terrein van de jachthaven oprijden, stapt een vrolijke Wietze in. In het restaurant babbelt hij honderduit over alle klussen die hij aangepakt heeft. Na één blik op zijn horloge ‘het is nu stofdroog’ gaan we huiswaarts. Het ziet er inderdaad prachtig uit. Tevreden doet Wietze het licht uit. Ik lig nog wakker in het donker. Nog twee lakdagen te gaan. Help.

Valdivia, Chili, oktober 2015

 

Lees hier meer columns van Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten