Reisverhalen

Column Anna: Leercurve

13:01

De eerste week in de Chileense scheren zit erop! En we zijn een steile leercurve aan het afleggen. Het is een week bomvol met indrukken rond het varen zelf. Maar vooral ook een week met adembenemend mooie natuur. Ons doel is Valdivia. Dat is in een rechte lijn vanaf Puerto Williams 934 mijl. Maar de rechte lijn bestaat hier niet; we slingeren ons de komende maanden door fjorden en kanalen. Dus in totaal zullen we tegen de 1400 mijl afleggen. Het traject is in een paar stukken op te delen. Eerst ga je westwaarts over het Beagle kanaal langs de gletsjers. Bij het Cockburn kanaal gaat de route noordwaarts naar de straat van Magelhaen. Dit historische vaarwater is groot, breed en lastig te overwinnen met de sterkte noordwestenwind. Hierna gaat het pal noordwaarts door grotere en kleinere waterwegen tot de beroemde Golfo de Penas. Als we die overgestoken hebben, schijnen we in een stuk te komen dat minder ruig van aard is en wat lieflijker landschappen heeft. Tot slot het eiland Chiloe dat er op de plaatjes prachtig uitziet.

Maar zover zijn we nog lang niet. De route is lang en we gaan er ook lang over doen. Allereerst omdat we alleen overdag varen. Het kan ook ’s nachts, maar dan liggen er naar onze smaak toch te veel onverlichte rotsen en andere ongemakken op de loer om het echt veilig te maken. En op de tweede plaats omdat we eigenlijk de verkeerde kant op gaan. We varen tegen de heersende winden en stromingen in. De ervaringen die anderen opgedaan hebben, is dat je gemiddeld tussen 25 en 40 mijl per dag af kunt leggen.

Gelukkig hebben we tot nu toe méér dan dat gemiddelde kunnen varen. We hebben ontzettend veel geluk gehad met het weer. Geen wind of een heel licht briesje uit het oosten. Te weinig om te zeilen, maar genoeg om feestelijk een zeiltje erbij te trekken en motorzeilend voortgang te maken. De zon schijnt uitbundig. We blijven onszelf verbazen over deze meevaller.

Het weer is tijdens dit traject als ‘het verwende kind van de buren dat steeds om aandacht vraagt’. Twee keer per dag halen we een weerkaartje binnen. Je kunt plannen maken tot je erbij neervalt, maar het weer beslist hier altijd. Elke paar dagen dendert er een depressie over met harde wind en veel regen. Het is dan zaak om stevig vast te liggen in een ‘caleta’, een inhammetje waar je beschut bent door bomen. Goed boek erbij en wachten maar.

Het afmeren in de caleta’s is ook iets waar je handig in moet worden. Het anker gaat er aan het begin van de caleta in. Achterwaarts varen we dan tegen de wind in tot het anker pakt. De bijboot ligt langszij en ik roei vervolgens met een lange lijn naar de kant. Die maak ik aan een boom vast en Wietze haalt de lijn in. Daarna volgt een tweede lijn. Je ligt met de spiegel in de wind, maar dit blijkt toch de meest effectieve manier te zijn.

“Toch eens kijken hoeveel we nu verstookt hebben”, zegt Wietze. Ik zucht en sta op. Onze boot heeft namelijk een eigenaardigheidje: we hebben geen brandstofniveaumeter in de tank. Niet zo’n leuk elegant klokje op het instrumentenpaneel. Nee, het is een low-tech aanpak. Het zeil van de keukenvloer wordt opgerold. Dan gaat het houten vloerdeel daaronder los. En dan komen we bij de peilstokopening. Wietze meet met de peilstok het niveau in de tank. En dan gaat alles weer in omgekeerde volgorde dicht. Gelukkig klopt het met onze berekeningen. We hopen toch nog zo’n 40 procent van de route te kunnen zeilen en zouden dan genoeg diesel moeten hebben voor het hele stuk. Nu we toch bezig zijn, doen we ook een controlerondje langs alle groenten die overal en nergens liggen. Ook ons waterverbruik houden we strak in de gaten. Alhoewel, met de hoeveelheden regen die hier vallen, maken we ons over lege watertanks totaal geen zorgen.

In Caleta Silva liggen we nu verwaaid. We zijn de wal opgegaan en zijn de helling achter onze caleta opgeklommen. Je waait er uit je verschoning; we schrokken ervan. Beneden op de ankerplek is daar niets van te merken. Rap gaan we weer naar beneden en schikken ons in ons lot. Morgen ziet het er beter uit en trekken we weer een sprintje naar de volgende caleta.

“Welke lijkt jou leuk?”, vraagt Wietze. We hebben drie pilots aan boord. De schrijvers ervan hebben jarenlang in de Chileense scheren rondgetoerd en talloze baaitjes en ankerplekjes in kaart gebracht. Elke dag kiezen we er drie uit. Eentje dichtbij voor als het tegenzit met het weer, eentje iets verderop en als laatste de droomcaleta: een ankerplek die staat voor een heel mooie dagafstand. Al varend bekijken we per caleta of we doorgaan of niet. “Puerto Atracadero lijkt me wel wat”, zeg ik tegen Wietze. “Daar komen ook vissers. Wellicht kunnen we een fles wijn ruilen tegen vis of krab”. “OK, dat wordt dan de middelste plek”, zegt Wietze. En zo vormt zich weer een lijstje voor de volgende dag. Een rustig leventje waarin we langzaam in een nieuw ritme komen. Heerlijk.

Caleta Silva, Chili, februari 2015.

Tekst en foto’s: Wietze van der Laan en Janneke Kuysters

Tags: , Last modified: 17 maart 2021
Sluiten