Tip – Goed ventileren in de winter

Wie in de winter zeilt kent dat heerlijke gevoel. Na een koude tocht aankomen in de haven en meteen de kachel opstoken. Desnoods even een ommetje om de benen te strekken en warm te worden en dan terugkomen in een aangenaam warme kajuit. Lagen kleren uitpellen en genieten van een boek, een borrel of avondeten.

Om de warmte binnen te houden doen we lekker de luiken dicht. Maar daarin schuilt een gevaar. Zeker als u een kachel met een open verbranding hebt, zoals een petroleum- of dieselkachel. Deze onttrekt zuurstof aan de omgeving om de brandstof te verbranden. En die zuurstof hebt u ook nodig om te ademen. Bij de verbranding ontstaat koolmonoxide dat de plaats van de zuurstof inneemt. Zorg dus voor een goede ventilatie en voor een goede afvoer van de rookgassen via een kachelpijp.

Het beste is de kachel uit te zetten als u gaat slapen. Als we nog bij bewustzijn zijn en merken dat we sloom worden en hoofdpijn krijgen, komen we er vanzelf wel achter dat er te weinig frisse lucht in de boot is. Maar ’s nachts, als we slapen, merken we niet dat het zuurstofgehalte daalt. We raken buiten bewustzijn en als we niet op tijd gevonden worden, stikken we.

Goede ventilatie voorkomt trouwens ook condensvorming. Met onze adem en lichaamswarmte produceren we aardig wat vocht in de boot dat condenseert tegen de koude romp of het kajuitdak. Vooral de aluminium raamkozijnen vormen een koudebrug. U ziet daaraan al snel de druppels hangen. Laat de luiken dus ook ’s nachts open. U wilt immers niet in de nattigheid wakker worden.

Heteluchtkachels onttrekken geen zuurstof aan de omgeving en vormen in die zin minder gevaar. Maar ook hierbij is het nodig dat de rookgassen goed naar buiten worden afgevoerd. Zorg dat de kachel deugdelijk is geïnstalleerd. Eveneens is goede ventilatie nodig vanwege de condensvorming.